Umland, 2017
The Dorf is een in 2006 opgericht, 25-koppig orkest uit het Ruhrgebied, gestationeerd in Dortmund. Je zou het orkest kunnen zien als een dorp, waarin de bewoners onderlinge verbanden aangaan en in de loop der tijd sommigen het dorp verlaten waar anderen juist inwoner worden. Op die manier ontstaat binnen de populatie dynamiek, beïnvloeden de inwoners elkaar. Het collectief The Dorf heeft wel een anarchistische inslag; het maakt eigenwijze muziek en opereert op eigen houtje.
Zo heeft The Dorf zijn eigen Umland Festival en brengt het zijn albums, nadat die aanvankelijk bij Leo Records verschenen, uit op het eigen Umland-label. Orkestleider, componist en dirigent (of ‘burgemeester’) is Jan Klare. Hij heeft zo zijn eigen kijk op hoe een orkest hoort te klinken. The Dorf is dan ook geen orkest in de klassieke zin van het woord. Er zijn wel violen, cello, trompetten, trombones, saxofoons, gitaren, bas en drums, maar ook minder voor de hand liggende instrumenten als theremin, synths, elektronica en een ‘tape scratch set’.
De muziek van het collectief is moeilijk te categoriseren en zelfs lastig in woorden te vatten. In een poging daartoe komen woorden als ‘avant-gardistisch’, ‘experimenteel’, ‘jazz’ en ‘krautrock’ naar boven, maar die zijn onvoldoende om de muzikale verrichtingen van het orkest goed te duiden. De muziek van Klare richt zich op de samenklank van het orkest als geheel, waarbij ook (woordloze) zang een instrument is. Er zijn geen eruit springende solisten en geen van de instrumenten klinkt opvallend boven het geheel uit. De muziek is ook niet strakgetrokken, in die zin dat de muziek juist ruimte laat, ademt en niet te mathematisch wordt benaderd.
Samenwerkingen gaat het orkest geregeld aan. Zo zijn al albums verschenen met FM Einheit en ook een met FM Einheit en Caspar Brötzmann. Voor het zesde album wordt aan het orkest gitarist N toegevoegd. N (echte naam Hellmut Neidhardt) is een gitarist uit Dortmund die we in de ambient-, drone- en noisehoek moeten zoeken. Ook hij gaat regelmatig samenwerkingen aan, zoals met Dirk Serries in Scatterwound. Ook maakte hij albums met Sankt Otten, Simulacra en Nadja.
In The Dorf is N volwaardig lid. Muzikaal gezien is hij geen voorbijganger of een kort verblijvende gast. Jan Klare lijkt zijn composities wel enigszins op de gitarist afgestemd te hebben, want de muziek van het collectief heeft wat aan jazz ingeleverd ten faveure van ambient en drone. Opvallend is dat die overgang niet ten koste van de typerende sound van het orkest gaat. Ook valt op dat N’s gitaarspel regelmatig opgaat in het totaalgeluid.
In het intro van opener ‘Inner Flames’ zijn de noisy tonen van de gitarist wel duidelijk te herkennen. De bas en later bas en drums bepalen het langzame tempo en met lange tonen en vervreemdende geluiden wordt spanning gecreëerd. Instrumenten duiken van alle kanten op en leggen op die manier accenten over het gitaarspel. Steeds meer gaan de individuele elementen klinken als een geheel. Door modulatie neemt de spanning toe en door het spelen met dynamiek ontstaan ook spanningsbogen. Uiteindelijk wordt naar een grandioze en luidruchtige finale toegewerkt, waarin de noise van N wordt bijna wordt bedolven onder het orkestrale geweld.
In ‘Jour’ opent Neidhardt met lange tonen, daarbij gebruikmakend van feedback. Het orkest lijkt die tonen te absorberen en terug te geven. De drummer probeert een paar keer een dwingende beat neer te leggen, maar het blijft bij plaagstoten. Ambient en drone, bestaande uit een veelheid aan klanken, voeren aanvankelijk de boventoon. Uiteindelijk wordt toch een steady beat neergelegd en krijgt het stuk enige vaart. De langgerekte tonen van het orkest kleuren mooi bij het gitaarspel van N, dat de muziek een scherpe rand geeft en soms duidelijk naar voren komt maar ook wordt ondergedompeld in de klankenpracht van het orkest. Tegen het einde krijgt het slagwerk even een vrije rol, waardoor kortstondig ontregeling optreedt.
‘Lux’ opent rustig met strijkers en een gitaardrone. Daar bovenop worden klanklagen aangebracht door instrumenten en stem. Elektronische effecten zorgen voor accenten. Het slagwerk is minder dwingend aanwezig dan in de voorgaande track en in grote delen van het titelstuk is er geen tempo, geen hartslag en staat de muziek stil. De woordloze zang van Marie Daniels, samengaand met unisono met haar spelende instrumenten, komt sterk naar voren. Het spel van N is moeilijk te onderscheiden, al mengt hij zich tegen het einde, als naar een climax wordt toegewerkt en het stuk vaart krijgt, een paar keer duidelijk in het gewoel.
Het afsluitende ‘Mill’ begint met experimentele klanken van gitaar en elektronica, waarmee een ongemakkelijk ritme wordt gecreëerd dat als basis dient voor het stuk. Weg zijn de ambient-achtige sferen; hier wordt op een andere, weerbarstige wijze geëxperimenteerd met geluid, met noise. Na vier minuten komt toch weer die typische orkestklank naar boven, maar het duurt maar kort. De meeste instrumenten spelen korte frasen, klinken dwars door elkaar heen, zo nu en dan onderbroken door een volle orkestklank. Het stuk blijft echter klinken als een dwarse experimentele zoektocht.
De muziek die The Dorf en N ten gehore brengen, heeft vaak geen echte melodie, maar blijft ook niet helemaal in abstractie hangen; het zit er ergens tussenin. Het orkest komt goed tot zijn recht in de onconventionele composities van Klare. N heeft de ruimte om improviserend zijn stempel te zetten, al moet je soms even zoeken om uit de veelheid aan klanken zijn spel te kunnen destilleren. Lux is een avontuurlijk en intrigerend album van een uniek gezelschap.