Makkum, 2017

Het reünievirus waart al jaren rond in muziekland, is maar moeilijk uit te roeien en slechts een enkele keer weet een band meer te bieden dan het herkauwen van oude songs en het toevoegen van nieuwe nummers die niet aan het oude werk kunnen tippen. Maar er zijn natuurlijk uitzonderingen. It Dockumer Lokaeltsje is er zo een. Het Friese trio pakt de draad na dertig jaar weer op en komt op de proppen met een nieuw album dat kan wedijveren met de albums uit de jaren tachtig.

Peter Sijbenga (bas, zang), Fritz de Jong (drums) en Sytze van Essen (gitaar) richtten It Dockumer Lokaeltsje op in 1985 en in zijn korte eerste periode bracht het trio met Wil Met U Neuken en Moddergat twee prettig gestoorde, muzikaal uit no-wave, (post-)punk en garagerock puttende albums uit met nummers die gemiddeld anderhalve minuut duurden. De in het Fries gezongen teksten over onder andere koeien, mummies en spoken zorgden voor de humoristische noot. Deze band nam zichzelf niet al te serieus en dat werkte verfrissend.

Na twee albums viel het doek voor de band. De Jong en Van Essen gingen verder in LUL en Sijbenga in Deinum. In 1990 werden beide albums (en meer) van It Dockumer Lokaeltsje verzameld op It Dockumer Totaeltsje en daarmee leek de koek echt op. In 2014 gingen de Friese mannen toch weer optreden en zelfs nieuwe nummers schrijven. Achttien nieuwe songs zijn nu te horen op Tonger, dat is uitgebracht door Makkum Records, het platenlabel van The Ex-zanger Arnold de Boer, die ook Friese roots heeft.

Tijdens de stilte van dertig jaar is natuurlijk het nodige veranderd in het muzikale landschap, maar op It Dockumer Lokaeltsje lijkt de tijd geen vat te hebben. Natuurlijk zijn de drie heren ouder en zijn er wat kilootjes bijgekomen, maar muzikaal klinkt de band nog even onbevangen, tegendraads en humoristisch als destijds. Tijdloos noemen ze zoiets. Wat wel veranderd is, is de kwaliteit van de opnamen. De techniek heeft niet stilgestaan. Tonger klinkt daardoor wat helderder dan de twee platen uit de jaren tachtig, maar het doet niets af aan de vertrouwd klinkende muziek.

Achttien nummers krijgen we dus voor onze kiezen en het hele album duurt nog geen half uur. De Friezen hebben voor hun muzikale boodschap gemiddeld niet langer dan zo’n anderhalve minuut nodig en aan nodeloos oprekken heeft de band nooit gedaan. De Friese teksten zijn voor niet-Friezen lastig te verstaan, maar handelen over onderwerpen als schapen die op hun rug terecht zijn gekomen en hoe je die weer op hun poten moet zien te krijgen (‘Armageddon Hoptille’), het maximaal aantal letters op Twitter (‘Twitterspoek’), een geraamte (‘Bonkerak’), koeienstront (‘Âlde Stront’) en ‘De Komeet Fan Strikwerda’.

Net zoals vroeger is het basspel van Sijbenga prominent aanwezig in de hoekige muziek van het trio. De gitaar klinkt ontwrichtend en noisy maar overstemt de bas niet. De band stoeit met ritmes, dynamiek en niet-alledaagse songstructuren. Invloed van fanfare-muziek is te horen in het ritme van opener ‘Net Langer Dea’. It Dockumer Lokaeltsje is niet vies van scheldwoorden en onderbroekenlol. Gelukkig maar. Wie vervelende fatsoensrakkers op bezoek krijgt, kan die lui wegjagen met ‘De Leafde’ (“boerenlul”) ‘Haadkut’, ‘Kontmuzyk’ of ‘Meibalter’ (“neuk, neuk”).

Humor mag dan een belangrijk onderdeel zijn van de muziek van It Dockumer Lokaeltsje, dat neemt niet weg dat die muziek serieus genomen moet worden. De band slaagt erin om aan het platenfront terug te keren met achttien sterke songs die stuk voor stuk laten horen waarom de band er anno 2017 toe doet. Bands van dit soort en van deze kwaliteit zijn er veel te weinig en dus is de comeback van het Friese trio er een om toe te juichen.

It Dockumer Lokaeltsje bandcamp