Al-bayān, 2017

De bijna onbegrensde mogelijkheden die het spelen van vrije improvisatie biedt, kunnen zowel leiden tot ingetogen en aftastend spel als tot agressieve, gewelddadige noise-uitbarstingen. En het hele grote terrein daar tussenin. Alles is in principe mogelijk en begrenzingen gelden slechts het gekozen instrumentarium, al kunnen instrumenten ook op onconventionele wijze worden gebruikt. Aan de noisy kant van het spectrum treffen we het trio Josué Amador, Arvind Ganga en Dirar Kalash aan, drie vanuit Den Haag opererende muzikanten waarvan recent de cd Fading Ground is verschenen.

Amador is een uit Mexico afkomstige componist en uitvoerder van geïmproviseerde muziek. Hij heeft onder andere een doctorsgraad in compositieleer bij de muziekacademie in het Poolse Krakau. In zijn werken opereert hij op het grensvlak van gecomponeerde en geïmproviseerde muziek. Muziek van hem is uitgevoerd door onder andere het Asko/Schönberg Ensemble, het Nederlands Blazers Ensemble, het Doelen Ensemble en het Ophelia Trio.

Gitarist Ganga komt uit Den Haag. Hij onderzoekt de fysieke mogelijkheden van de gitaar en daartoe maakt hij gebruik van verschillende technieken. Ook objecten worden gebruikt om het geluid van het instrument te manipuleren. In zijn vrije improvisaties gaat hij het maken van noise niet uit de weg en in zijn muziek heeft hij een zekere punk-attitude. Hij speelt zowel solo als in samenwerking met gelijkgestemde muzikanten, en ook met dansgezelschappen.

Kalash is een Palestijnse multi-instrumentalist, multi-media-artiest en improvisator die momenteel in Den Haag woont. Los van genre of stijl maakt hij zijn eigenwijze muziek, die verschillende muzikale gedaanten kan aannemen. Zijn leven en werk zijn zeer politiek geëngageerd.

Het instrumentarium op Fading Ground bestaat uit twee elektrische gitaren (Amador in het rechter kanaal en Ganga links) en objecten plus elektrische viool en elektronica (Kalash). De plaat telt vijf volledig geïmproviseerde stukken waarin de drie muzikanten elkaar vinden in het experiment, dat wil zeggen in het spelen met geluid en texturen en het onderzoeken van klank en technische mogelijkheden. Het levert muziek op die invloeden van freejazz, free rock, noise en drone combineert tot een eigengereid geheel dat door de niet-alledaagse combinatie van instrumenten nog een extra eigenzinnig tintje wordt meegegeven.

Verwacht dus niet een conventionele benadering als het gaat om het bespelen van de instrumenten. Fijnbesnaard zijn die instrumenten misschien wel, de muziek is dat allerminst. De viool in het midden piept en schuurt en naar een netjes gestreken, cleane passage is het vergeefs zoeken. De gitaren links en rechts verkennen hun eigen terrein, lijken ieder op hun eigen eilandje te vertoeven, maar ondertussen wordt wel degelijk naar consensus gezocht. Soleren doen de muzikanten niet, het samenspel is waar het om gaat. De combinatie van muzikale factoren levert een geluidstrip op die vol zit met spitsvondigheden, muzikale details die onmogelijk in één luisterbeurt zijn te bevatten.

En zo horen we het natuurlijk graag. In ‘Swelling Breath’ is het vioolspel leidend en fungeren de gitaren als speldenprikken uitdelende omlijsting. Het daaropvolgende ‘Archway Down’ is agressiever en noisier. De rockinvloed is in dit stuk het duidelijkst, alleen ontbreken bas en drums om de muziek van een drive te voorzien. Het maakt het stuk des te fascinerender, want het noisy gitaar- en vioolspel zorgt voor een hemelse kakofonie. Het stuk werkt niet naar een climax toe maar is simpelweg één grote apotheose. Hoewel geen drone wordt neergelegd, maken de harde geluiden samen dat een soort drone-gevoel ontstaat. De gitaren rammelen, scheuren, piepen en een enkele keer fungeert een gitaar als percussie-instrument. De viool doet niet voor de gitaren onder en klinkt soms als een derde gitaar. Het stuk eindigt na zeven en een halve minuut in een fade-out, maar dit schitterende kabaal had best nog tien minuten langer mogen duren.

Na de adrenalinestoot van ‘Archway Down’, wordt de dadendrang wat getemperd in het eerste gedeelte van het lange ‘Unuttered Prayer’. Wat blijft zijn de steeds wisselende vondsten van de beide gitaristen, terwijl Kalash onverstoorbaar zijn ongeregelde spel blijft spelen. Het knappe is dat het stuk als een logisch geheel klinkt, terwijl het toch is opgebouwd uit geïmproviseerde frasen. Het elektrisch versterkte spel van de violist kan worden gezien als de verbindende schakel tussen de compleet verschillend musicerende gitaristen, maar in feite doet geen van de drie muzikanten water bij de wijn en speelt ieder zijn eigen spel. Des te knapper dat het zo welluidend klinkt. De intensiteit van het stuk neemt langzaam toe en er klinken Indiase invloeden door in de muziek. De luisteraar krijgt een flinke bak herrie te verwerken, maar de instrumenten zijn ook in de meest luidruchtige passages uitstekend te onderscheiden. De ruim vijftien minuten vliegen voorbij.

Met een met een object bespeelde gitaar opent ‘Dawn, Elevated’, terwijl de andere gitaar een mooie, soms wat oosters aandoende melodielijn speelt. Zo ontstaat een botsing van stijlen die wonderwel werkt. Langzamerhand wordt het spel van beide gitaristen luidruchtiger, waarna het ergens tussen strijkend en krassend klinkende vioolspel wordt toegevoegd. In het afsluitende ‘Sun-crushed Gaze’ is de viool wel vanaf het begin betrokken en houden de gitaren zich aanvankelijk enigszins gedeisd, maar het spel van het trio blijft inventief en intensief. Er wordt gespeeld met feedback, galm en dissonantie. In tegenstelling tot de andere stukken, speelt de viool in het laatste gedeelte repeterende frasen – die een hypnotiserend effect bewerkstelligen – terwijl de gitaren daar met hun eigenwijze spel omheen cirkelen.

Fading Ground bevat een enorme hoeveelheid muzikale details, verpakt in een soms zeer noisy jasje. Amador, Ganga en Kalash spelen vrije improvisatie met een rock-attitude en het resultaat is verbazingwekkend. Het is misschien wat veel om te bevatten, maar de repeatknop bestaat niet voor niets. Het is aan te raden om het album met de hoofdtelefoon te beluisteren, want de vele finesses, kleine bijzonderheden te midden van het noisy spel, komen dan pas goed naar voren. Dit trio biedt een album lang ongepolijste muzikaliteit en wat is dat ongelooflijk mooi.

Fading Ground bandcamp

Arvind Ganga website

Josué Amador website