Acustronica, 2017

Daniel Barbiero is een bassist en geluidskunstenaar, opererend vanuit de omgeving Washington DC. Hij is thuis in geïmproviseerde en experimentele muziek, werkt als componist en ensembleleider, maar heeft ook muziek gemaakt voor dans en film. Zijn muziek gaat regelmatig uit van een concept en zijn composities zijn vaak onconventioneel, met ruimte voor improvisatie. Onder de vele artiesten met wie Barbiero heeft samengewerkt bevinden zich ook elektronische muzikanten.

Een daarvan is Cristiano Bocci, geboren in het Italiaanse Castel Del Piano. Hij bekwaamde zich aanvankelijk in het spelen van de gitaar, maar vanaf zijn veertiende speelt hij bas en later ook contrabas. In de loop der jaren is zijn interesse meer uitgegaan naar avant-garde muziek en elektronische muziek, met name live-elektronica en geluidssynthese. Samen met Barbiero vormt hij een elektro-akoestisch duo, waarvan onlangs het tweede album Non-Places is verschenen.

Zoals gezegd gaat Barbiero regelmatig uit van een concept. In dit geval betreft dat zogenoemde ‘non-places’. Dat zijn openbare plaatsen die voor mensen geen betekenis hebben buiten de functie die de plek vervult. Als mens heb je geen persoonlijke verhouding met de plaats anders dan dat je er op dat moment bent. Te denken valt aan de vertrek- en aankomsthal van een vliegveld, het winkelcentrum, het treinstation, de snelweg, maar ook het café, de concertzaal, de bioscoop of de supermarkt. Barbiero schreef er een interessant online essay over en een paar ‘non-places’ vormen het vertrekpunt van de stukken op het album.

De muziek op Non-Places bestaat uit field recordings, het basspel van Barbiero en de bewerking van Bocci. De veldopname fungeert als de onderliggende laag. Barbiero componeerde daarop de zes stukken die op het album zijn te vinden en hij voerde die composities uit op zijn contrabas. Bocci heeft de stukken vervolgens elektronisch geconstrueerd en gedeconstrueerd, heeft loops gemaakt van de bas, elektrische bas toegevoegd en zo de elektro-akoestische stukken op het album de uiteindelijke vorm gegeven.

Non-Places is een bijzonder album geworden, waarin de anonimiteit en neutraliteit van de ‘non-places’ naar voren komt, maar waarin ook ruimte is voor individuele expressie en emotie, al moet je soms moeite doen om dat laatste te ontdekken. De geluiden van bijvoorbeeld de Berlijnse metro, het vliegveld van Rome of treinstation Brussel-Zuid (Gare du Midi) zijn in hun alledaagsheid en vluchtigheid zo gewoon dat ze je als passant of passagier niet of nauwelijks opvallen of niet echt tot je doordringen. Door juist die geluiden als basis te nemen voor de muziek, worden ze uit de normaliteit gehaald en moet je je als luisteraar anders gaan verhouden tot die geluiden.

De composities – en dus ook het basspel – van Barbiero laten ruimte voor de omgevingsgeluiden. Vooral in de eerste drie stukken op het album fungeert de bas als reiziger, passant of bezoeker in de ruimte. Maar het is geen gewone aanwezige, want de muziek die wordt voortgebracht dwingt de luisteraar – die zich ook in de ruimte waant – tot aandacht en dat haalt je uit je comfortzone. De anonimiteit is opgeheven en de gekozen plaatsen komen op fantasierijke wijze tot leven.

Langste, meest abstracte en wellicht ook meest intrigerende stuk op het album is ‘Turnpike Suite’, een ruim zeventien minuten durend werk waarin omgevingsgeluiden en instrumenten een even belangrijke rol vervullen. Het onderscheid tussen opgenomen – al dan niet door Bocci gemanipuleerd – geluid en de met de bas gecreëerde klanken is soms vaag, maar in andere gedeelten steken de geluiden juist tegen elkaar af. Barbiero wisselt diepe en donkere tonen af met hoge en piepende geluiden en lieflijke klanken worden afgewisseld met gemene, weerbarstige tonen. Het stuk kent geen duidelijke, rechtlijnige spanningsopbouw maar kruipt onderhuids en heeft ook dynamiek.

De omgevingsgeluiden zijn in het ene stuk dominanter dan in het andere. In ‘Bruxelles Gare du Midi’ fungeren opnames van een langzaam rijdende trein als percussieve gangmaker, terwijl het ritme in het eerste gedeelte van ‘Rome Airport (A Turn of the Vane Doesn’t Eliminate Flight’) door de bas wordt verzorgd en de geluiden van de omroepster en passagiers pas na een paar minuten hun intrede doen. In dat stuk voegt Bocci later een als elektrische gitaar klinkende bas toe. In ‘Train to Siena’ horen we de mondharmonica van gastmuzikant Matteo Ranieri, aanvankelijk helemaal voorin de mix geplaatst, maar verderop meer opgaand in de gezamenlijke klankenwereld.

Want Barbiero en Bocci creëren een eigen wereld met hun op ‘non-places’ gebaseerde muziek; een wereld waarin die plaatsen een eigen rol vervullen, los van de dagelijkse werkelijkheid. De algehele sfeer van het album is berustend maar ook hoopvol en naarmate het album vordert komt ook de emotionele lading naar boven drijven. ‘Non-Places’ is een album vol wonderlijke, originele muziek die je kijk op geluid en omgeving – of de combinatie daarvan – daadwerkelijk even verandert.

Non-Places bandcamp

Daniel Barbiero website

Cristiano Bocci website