Luxor Live, 2017
Vrijdag 6 oktober 2017
Dit jaar viert Hallo Venray zijn dertigjarige bestaan. De leeftijd van de band is niet af te lezen van het dit jaar verschenen album Where Is The Funky Party?, want daarop klinkt de band als een stel jonge honden. Het is knap hoe het drietal uit Den Haag zijn geestdrift weet te bewaren en weet vast te leggen op geluidsdrager. Ook live blijken Henk Koorn (gitaar/zang), Peter Konings (bas) en Henk Jonkers (drums) nog niets van hun jeugdig elan te hebben verloren.
Dat blijkt ook vanavond in de bovenzaal van Luxor Live in Arnhem. Daar stond Hallo Venray op 2 mei 2014 ook, toen ter promotie van de cd Show. De publieke belangstelling was drie jaar geleden groter. Anno 2017 weet slechts een zestigtal mensen de weg naar het Arnhemse poppodium te vinden. Dat is veel te weinig voor deze band die live nog meer indruk maakt dan op plaat. De band treft in Arnhem wel een levendig en dankbaar publiek aan.
Where Is The Funky Party? is een stevig album en ook live trekt Hallo Venray flink van leer. Geopend wordt met een oudere song, ‘Leather On Their Soul’ van het gelijknamige album uit 2008, waarna drie nummers van het laatste album volgen: het punky ‘Blood’, en het met donderende drums overladen ‘Funky Party’ en het met surf en psychedelische invloeden doorspekte ‘Drink’. Koorn heeft zoals altijd de lachers op zijn hand en in zijn gitaarspel gaat hij het maken van een bak herrie niet uit de weg. Konings’ bast stoïcijns en drumbeest Jonkers verrijkt zijn drumspel met knappe ritmische vondsten en lijkt naarmate het optreden vordert steeds harder te gaan slaan.
Bij aanvang kondigt Koorn aan dat Hallo Venray door de tijd heen zal gaan en met ‘Tuck The Man’ wordt het eerste echte oudje gespeeld. Het is afkomstig van het succesalbum The More I Laugh, The Hornier Due Gets uit 1991 en wordt vanavond in Arnhem langer uitgesponnen dan op de plaat. Koorn neemt het eerste gedeelte solo voor zijn rekening. De band doet tijdens de songs niet aan showmanschap maar het is mooi om te zien hoe het trio ogenschijnlijk losjes musiceert en communiceert. Het einde van verschillende nummers lijkt niet helemaal exact vast te liggen en Jonkers en Koorn kunnen de laatste paar akkoorden en slagen akkoord rekken of verkorten naargelang de muzikale intuïtie ze ingeeft.
Op het laatste album is in het tweede gedeelte ruimte voor langere en meer sferische songs en daarvan wordt ‘Different Kind Of Air’ gespeeld. Het nummer bestaat uit een lang instrumentaal gedeelte, gevolgd door een vocaal gedeelte waarin Koorn opvallend hoogt zingt. Hij haalt iedere noot moeiteloos. Het nummer wordt prachtig uitgevoerd, maar daarna is het tijd voor meer vaart. Dat heeft Hallo Venray goed door en met een paar korte en krachtige songs (onder andere ‘Two Feet’, ‘Kicking’ en ‘Supermarket’) wordt het energiepeil aanzienlijk verhoogd.
Tegen het einde van het optreden is het weer tijd voor twee oude songs. ‘Not So Long’ is een straf uitgevoerde livefavoriet afkomstig van The More I Laugh, The Hornier Due Gets en de reguliere set wordt besloten met het nog oudere ‘Hot Pants’ (van King uit 1990). Vanaf die song speelt Koorn in zijn blote bast omdat hij zijn T-shirt aan een enthousiaste toeschouwer op de voorste rij geeft.
Hallo Venray neemt niet de moeite om van het podium te gaan om zich terug te laten roepen voor een toegift. De band speelt er zelfs drie. De eerste, ‘Silence’, is een rustig nummer, ook alweer stammend uit 2000. Vanuit het publiek wordt verzocht om ‘Buildings’ en daar hebben de mannen niet op gerekend. “Het kan fout gaan”, zegt Koorn, maar het nummer wordt behoorlijk goed uitgevoerd. Uiteraard mag ‘Japanese Cars’ niet ontbreken en daarmee komt een einde aan een voortreffelijk concert van een bevlogen band die hopelijk nog jaren doorgaat.