Leo, 2017
Bones is een jazztrio bestaande uit drie Israëlische muzikanten: Ziv Taubenfeld op basklarinet, Shay Hazan op contrabas en Nir Sabag op drums. De instrumentale bezetting geeft min of meer aan waar Bones voor staat: kale, elementaire jazz zonder opsmuk maar met een maximum aan expressie. Haberdashery is de tweede cd van het trio, die evenals het titelloze debuut uit 2015 is verschenen bij Leo Records.
Taubenfeld, van oorsprong klarinettist, heeft zich toegelegd op de basklarinet. Voor veel muzikanten is de basklarinet het tweede instrument, naast de ‘gewone’ klarinet, maar de in Amsterdam residerende Israëlier switcht niet naar klarinet. Voor bassist Hazan geldt een vergelijkbaar verhaal. Aanvankelijk speelde hij elektrische bas, maar vanaf 2007 is hij zich gaan toeleggen op de contrabas. Drummer Sabag werd in de wereld van jazz en geïmproviseerde muziek ingewijd door zijn docent David Weiss.
De basis van de muziek van Bones is gecomponeerd, maar het trio gaat daar vrijmoedig mee om. De grens tussen compositie en improvisatie is diffuus en de muziek neigt meermaals naar freejazz, waarbij bassist en drummer een rol opeisen naast in plaats van achter de solerende basklarinettist. Sabag koppelt een sterk gevoel voor ritmiek aan een hang naar vrijheid. Dat zorgt voor onvoorspelbaarheid en spanning. Hazan toont zich een behendig speler die verschillende technieken beheerst maar die in dienst stelt van de klank van het instrument en het onderzoek naar muzikale mogelijkheden. Taubenfeld krijgt uiteraard de meeste soloruimte, waarin hij zijn veelzijdigheid tentoonspreidt. Hij speelt zowel lyrisch als hortend en stotend en regelmatig vormt het geluid van de kleppen van het instrument een belangrijke factor in de muziek.
Door de drie muzikanten wordt losjes maar geconcentreerd gemusiceerd op een album dat qua sound en sfeer gelijkmatig klinkt. Binnen het geluidspalet bestaat echter volop ruimte voor variatie. De muzikanten spelen merendeels ingehouden, wat niet in de weg staat aan het zoekende element van de muziek. Echte uitspattingen heeft het trio niet nodig om tot een spannend resultaat te komen. Het ontbreken van een akkoordeninstrument als piano of gitaar werkt daarbij als een voordeel; de kale sound past perfect bij de vindingrijke, losjes gespeelde composities en improvisaties.
Met ‘Snail’s Pace’ opent Haberdashery langzaam en beschouwend, de drums bespeeld met mallets, de bas glijdend en de basklarinet aftastend en zoekend. De invloed van leermeester Michael Moore klinkt door in zijn melodielijnen en in de wat droge klank van Taubenfeld. Verderop speelt de basklarinettist met valse lucht en spelen de kleppen van het instrument een belangrijke rol. Een van de fraaiste stukken op de plaat is ‘Explaining What?!’, een stuk dat geen vastomlijnd ritme heeft maar wel veel beweging kent. Hazan en Sabag hebben een vrije rol en de bas klinkt melodieus en diep. Taubenfeld vreet geen noten, maar soleert bedachtzaam, zowel melodisch als ritmisch.
Een diepe, gestreken bas en ruisende cimbalen vormen de spannende ondergrond van ‘Point and Line #2’. De basklarinet soleert binnen de trage beweging van het stuk met veel dynamiek. ‘Turtle Love Song’ is het kortste stuk op het album, met een hoofdrol voor het frivole spel van Hazan en Taubenfeld, die prachtig door elkaar heen spelen en eindigen met een gezamenlijke noot. Fragmentarischer is het begin van ‘Snail Hunting’, gevolgd door een lange melodielijn van de basklarinet, accenten leggende drum- en bekkenslagen en de bas die een rits noten op de grond lijkt te laten vallen.
Zeer levendig klinkt Bones in ‘No Name Letters’, een uptempo stuk, al is ook nu geen sprake van een vastomlijnd ritme. Halverwege daalt het tempo en is er ruimte voor een inventieve bassolo, waarin de diepe en ronde klank van het instrument opvalt. Taubenfeld speelt sprankelend in het soms bijna lichtvoetige ‘Orange Shoes’, waarbij de ritmesectie tegenwerk biedt.
Het mooiste wordt tot het laatst bewaard. ‘Cello’ is lange tijd pure verstilde pracht, waarin de schitterende lage klank van de basklarinet volledig tot zijn recht komt en bas en drums een zachte basis vormen. De plotselinge overgang naar hoger en harder spel door Taubenfeld is er een geladen met emotie, terwijl Sabag en Hazan ervoor zorgen dat niets van de opgebouwde spanning verloren gaat.
De tweede van Bones is – net als de eerste – een prachtig album met mooie composities en improvisaties die ook de nodige stekeligheden bevatten. Binnen de triobezetting blijkt veel mogelijk en het drietal blijft in het frivole spel ook gefocust. De manier waarop het trio samenspeelt straalt zowel rust als bezieling uit en juist die combinatie maakt Haberdashery zo’n heerlijke plaat om naar te luisteren.