Ipecac/PIAS, 2017

Dead Cross is een nieuwe band, maar wel een gevuld met oudgedienden. De groep bestaat uit vocalist Mike Patton (Faith No More, Mr. Bungle, Fantômas), drummer Dave Lombardo (Slayer, Fantômas, Grip Inc., Suicidal Tendencies, Philm), bassist Justin Pearson (Head Wound City, The Locust, Retox) en gitarist Mike Crain (The Festival of Dead Deer, Retox). Gelet op de staat van dienst van de heren zou je de term ‘supergroep’ van stal kunnen halen, ware het niet dat die titel toebedeelde bands meestal de som der delen niet overstijgen. Dead Cross doet dat wel.

Patton behoorde overigens niet tot de originele bezetting van de band, want aanvankelijk werden de vocalen verzorgd door Gabe Serbian (Cattle Decapitation, Head Wound City, The Locust, Retox), maar vorig jaar hield hij het om persoonlijke redenen voor gezien. Lombardo kende Patton nog van hun gezamenlijke tijd bij Fantômas en de zanger had wel oren naar het nieuwe project.

Dat Dead Cross meer is dan het zoveelste speeltje van Patton en/of Lombardo bewijst de nu verschenen titelloze debuutplaat. Alsof we hier van doen hebben met een spiksplinternieuw bandje van jonge honden, zo energiek en fanatiek pakt dit viertal de zaken aan, niet gehinderd door opspelende ego’s of andere neigingen tot solistisch spel. In een kleine achtentwintig minuten jaagt Dead Cross door tien explosieve tracks, de meeste daarvan klokkend ver onder de drie minuten.

Meest opvallende namen zijn natuurlijk die van Lombardo en Patton, maar Dead Cross is bovenal een band. Aan genregrenzen heeft het kwartet een broertje dood en we horen op het debuut een mengeling van hardcore, punk en avant-garde-, thrash- en sludgemetal. En dat liefst binnen een en dezelfde song. Patton trekt de meeste aandacht naar zich toe met zijn vocale acrobatiek. De vocalist kan in de ogen van critici nog wel eens overdrijven, maar hij heeft al lang en breed bewezen dat zijn capriolen meer zijn dan een gimmick. Op Dead Cross worden weer verschillende stemmen opgezet en allerhande vocale hoogstandjes tentoongespreid, maar wel in dienst van de songs; het wordt geen kunstje. Het aanpassingsvermogen van de zanger is gewoon groot en hij doet dat waar in zijn ogen de song om vraagt, met passie en volledige inzet. En dus horen we Patton zingen, schreeuwen grommen, krijsen, gillen en sputteren.

Het heilige vuur brandt ook bij Lombardo. Zeggen dat hij een goede drummer is, is het intrappen van een open deur. Het is echter jaren geleden dat de drummer zo energiek en krachtig voor de dag is gekomen, althans op plaat. Het drumspel staat behoorlijk luid in de mix, maar gelukkig gaat het niet ten koste van het spel van Crain op gitaar en Pearson op bas. De sound van Dead Cross is heavy maar niet propvol, wat mede te danken is aan het feit dat slechts sprake is van één gitarist. Crain tovert de ene na de andere fraaie riff uit zijn instrument en het basspel van Pearson is dienend en krachtig.

Uiteraard zijn elementen uit de verschillende bands van de leden van Dead Cross terug te vinden in de muziek van het viertal, maar de groep weet die elementen te combineren tot een smakelijk geheel dat op zichzelf staat. Het tempo ligt hoog en een punkattitude wordt aan strak spel gekoppeld. Als luisteraar krijg je geen rust, want in iedere song gebeurt evenveel als op een heel album van een willekeurige andere band. In veel songs wordt van tempo gewisseld.

Een goed voorbeeld van Pattons vocale dadendrang is het furieuze en stuiterende ‘Idiopathic’ en Lombardo’s agressieve drumspel komt onder andere goed tot uiting in ‘Obedience School’. Wellicht hadden de gitaar van Crain en vooral de bas van Pearson nog iets prominenter in de mix mogen staan voor een nog krachtiger sound, maar dat is muggenziften. Verrassend is de Bauhaus-cover ‘Bela Lugosi’s Dead’, waarbij Dead Cross de lengte van het origineel aanzienlijk inkort. De band trekt het nummer naar zich toe, maar de gothic-feel blijft intact. Het werkt wonderwel, al is de track minder heavy dat de rest van het songmateriaal.

Wie op zoek is naar een furieuze punk/hardcore/metalplaat, is bij Dead Cross aan het juiste adres. De muziek klinkt gefocust en urgent en de keren dat het tempo naar beneden gaat, betekent dat geenszins dat aan muzikale intensiteit wordt ingeboet. ‘Dead Cross’ is een geweldig debuut van een stel veteranen dat aan inspiratie en energie geen gebrek heeft en menige jonge band in de schaduw stelt. Opduvel heeft echter geen goed woord over voor de clip met hanengevechten bij ‘Obedience School’. Ronduit walgelijk. Die clip tref je hieronder dan ook niet aan.

Dead Cross bandcamp