Hammerheart, 2017
Dead Head bestaat al sinds 1989, maar er zitten wat gaten in de discografie van de band. Swine Plague is pas de zesde langspeler van het Overijsselse gezelschap en het is acht jaar geleden dat voorganger Depression Tank verscheen. De bandleden zijn natuurlijk de jongsten niet meer, maar op het nieuwe album tapt de band – in de originele bezetting – als vanouds maar met nieuw elan uit het vaatje waar ook bands als Slayer, Exodus, Death Angel en Kreator uit putten.
Dead Head steekt op Swine Plague zelfs de recentere output van de hiervoor genoemde bands naar de kroon. Waar die bands het niveau van hun oude werk nog slechts bij vlagen weten te benaderen, komt dit kwartet met een plaat die niet of nauwelijks onderdoet voor debuut The Feast Begins At Dawn. De oorzaak daarvan is simpel: de Nederlanders doen niet aan het het gladstrijken van de sound, het wegpoetsen van foutjes of het keer op keer overdoen van (gedeelten van) songs in de studio. Nee, de bandleden zijn gewoon met z’n vieren de studio ingedoken en daar zijn binnen niet al te lange tijd twaalf ruwe tracks ingeblikt.
En zo wordt hier een portie thrash metal geserveerd die agressief, in your face en goudeerlijk klinkt. De band heeft duidelijk technische bagage, maar het hoeft er niet meters uit te hangen. Vette riffs en gierende solo’s vliegen je om de oren met een urgentie alsof Dead Head zojuist het heilige vuur heeft gevonden. Sterke troef zijn ook de vocalen van de teruggekeerde Tom van Dijk, die fel van zich afbijt en de toch al niet zachtzinnige muziek een extra giftige injectie geeft.
Vanaf opener ‘Helhuizen’ gaat het van met dik hout zaagt men planken, en dat in een moordend tempo. Tempowisselingen houden de tracks boeiend, zorgen dat er steeds iets gebeurt en de erg ‘live’ klinkende sound maakt dat de muziek van Dead Head echt leeft en nergens klinisch wordt. De muziek als ‘lomp’ omschrijven gaat te ver, want daarvoor schuilt te veel muzikaliteit in deze band en bevat de muziek te veel melodie, maar agressiviteit staat wel voorop. En van die agressiviteit gaat niets verloren, of het kwartet nu snel, razendsnel of midtempo speelt.
Hoogtepunten noemen is moeilijk omdat het album als geheel overtuigt en omdat in vrijwel elk nummer een of meerdere keren van tempo wordt gewisseld zonder de rauwe energie te verliezen. Het tempo ligt hoog en vooral op hoge snelheid imponeren de gitaarsolo’s van Ronnie van der Wey en Robbie Woning. Mooi is de twingitaarsolo aan het eind van ‘The Awakening’. Drumbeest Hans Spijker speelt snel, met veel kracht en energie en zijn spel staat lekker luid in de mix.
Bevat Swine Plague dan helemaal geen rustpuntjes? Jawel, maar ze zijn schaars. Het intro van ‘Spanish Horse’ is er een, met fraai gitaarwerk trouwens. Op dat moment heb je als luisteraar al zeven overdonderende tracks te verstouwen gehad. ‘The Reformation’ bestaat uit slechts akoestische gitaren en een zacht maar bijtend zingende Van Dijk. De song duurt slechts anderhalve minuut.
In de laatste twee songs ‘Eternity Destroyed’ en ‘The Battle of Europe’ walst Dead Head nog maar eens als een dolle over je heen. Je zou de plaat wat eenvormig kunnen noemen, maar wie maalt erom als het allemaal zo goed gebracht wordt? Na deze afmattende portie thrash kun je op de vraag of Swine Plague een ijzersterk metalalbum is alleen nog maar ‘ja’ knikken. Als je nog nekspieren hebt, tenminste.