Transgressive, 2017

Door de invoering van de sharia in het noorden van Mali, zagen muzikanten uit dat deel van het land zich gedwongen hun heil elders te zoeken. De leden van Songhoy Blues vertrokken vanuit Timbuktu naar hoofdstad Bamako en richtten daar de band op. Onder productionele leiding van Nick Zinner van Yeah Yeah Yeahs werd in februari 2015 debuutalbum Music in Exile uitgebracht.

Voor de tweede plaat is het gezelschap neergestreken in Londen. De productionele klus werd deze keer geklaard door Neil Comber, die als (co-)producer werkte met o.a. Django Django, MIA, Crystal Fighters en Man & The Echo. Résistance is een toepasselijke titel, want Aliou Touré (zang), Oumar Touré (gitaar en bas), Garba Touré (gitaar en bas) en Nathanael Dembélé (drums) zijn nog even strijdbaar als ten tijde van het debuut en alleen al het uitbrengen van hun muziek kan als een daad van verzet worden gezien.

Ten opzichte van Music in Exile is Songhoy Blues gegroeid. De muzikale ingrediënten zijn nagenoeg hetzelfde, maar Résistance is gevarieerder, klinkt zelfverzekerder en is daardoor beter dan de voorganger. Mooi is dat de Malinezen leunen op de vaderlandse muzikale traditie en die traditie weten te vermengen met moderne elementen. De muziek schiet desondanks niet alle kanten op; de desert blues, funk, pop en rock zijn ingebed in een eigen stijl, waarbij de nadruk per nummer op een van de genres kan liggen.

De band laat zich op het album bijstaan door een keur aan gasten. Zo zijn verschillende gastmuzikanten te horen op trompet, saxofoon, viool, ngoni, kora, keyboards en percussie. Voor westerlingen het meest in het oog springend zijn de vocale gastbijdragen van Iggy Pop (in ‘Sahara’) en Elf Kid (in ‘Mali Nord’). Die bijdragen zijn volstrekt overbodig, want Songhoy Blues en met name zanger Aliou Touré staat zijn mannetje en kan op eigen kracht iedere song dragen. De vocalen van Iggy Pop doen zelfs afbreuk aan de sterke desert blues van ‘Sahara’.

Maar verder valt er niets te klagen over Résistance, want de mooie mengeling van stijlen wordt met verve gebracht, met een hoofdrol voor elektrische gitaren. In het gitaar-, bas- en drumspel klinken zowel de Afrikaanse roots als westerse rockmuziek door. Songhoy Blues schrikt er ook niet voor terug om potig uit de hoek te komen, zoals in opener ‘Voter’, waarin reggae en stevige rock worden gecombineerd. Disco en funk horen we terug in het zeer dansbare ‘Bamako’, met aan Prince schatplichtig gitaarspel en een effectieve blazerspartij. Die blazers stuwen het eveneens funky ‘Yersi Yadda’ ook naar grotere hoogte.

De bijdrage van Iggy Pop daargelaten, is ‘Sahara’ een fraai stuk desert blues, zoals we die ook kennen van Tinariwen en Terakaft. Ook als gas wordt teruggenomen, zoals in het melancholieke, (afro)bluesy ‘Hometown’, overtuigt Songhoy Blues volledig. Verrassend is de voorname, vrije rol die het vioolspel van William Harvey inneemt. Een geslaagde verrassing is ook het kinderkoor in afsluiter ‘One Colour’.

Het uitbrengen van Résistance mag dan worden beschouwd als een daad van verzet, het is geen grimmige verzetsdaad. De levenslust straalt van iedere noot af en de muziek is aanstekelijk, dansbaar en stemmingverhogend. De songs zijn ritmisch en melodisch sterk en voorzien van fraaie muzikale details. Zelden was een daad van verzet zo’n feest, een feest met muzikale inhoud.

Songhoy Blues bandcamp

Songhoy Blues website