Hubro, 2017

In 2007 vroeg slagwerker Øyvind Skarbø aan violist Nils Økland om met hem een duo te vormen in het kader van een concertserie met geïmproviseerde muziek die Skarbø organiseerde. De violist stemde in onder voorwaarde dat het geen duo maar een trio zou worden met keyboardspeler Sigbjørn Apeland als derde deelnemer. 1982 was geboren en tien jaar later is het drietal toe aan zijn vijfde release, Chromola, en dat is de vierde uitgave van de band op het interessante Noorse label Hubro.

De naam 1982 getuigt niet van al te veel fantasie; het is simpelweg het geboortejaar van Skarbø. Het artwork bestaat uit weinig zeggende foto’s en de titels van de stukken getuigen evenmin van een grote creativiteit: het betreft slechts de tijdsduur van die stukken. Misschien is die fantasieloosheid opzet, om zo weinig mogelijk aandacht op randzaken te vestigen en louter op de muziek. Die is gelukkig verre van fantasieloos, al valt zeker wat aan te merken op Chromola.

Dat heeft deels te maken met de instelling waarmee je als luisteraar dit album opzet. Verwacht bij 1982 geen muzikale uitspattingen, geen opvallende scherpe randjes en geen wisselingen van stemming of gedaante. Een enkele keer heeft de muziek zelfs een hoog ECM-gehalte, en dat is niet bedoeld als compliment. De aandacht dreigt nogal eens te verslappen doordat de muziek te weinig uitdaagt of simpelweg te eenvormig klinkt. Toch valt er genoeg te genieten op het album.

Neem alleen al het instrumentarium. Waar eerder het woord ‘fantasieloosheid’ is gevallen, valt dat moeilijk te beweren over de combinatie van instrumenten die het trio hanteert. Drummer Skarbø wordt bijgestaan door de viool of Noorse hardangerviool van Økland en het kerkorgel of harmonium van Apeland. U leest het goed: kerkorgel. Dat wetende is het niet verwonderlijk dat Chromola is opgenomen in de de Sandviken kerk in Bergen, Noorwegen.

1982 musiceert spaarzaam. De muzikale opvatting is minimaal, maar het trio speelt geen minimal music. Het is volledig geïmproviseerde muziek die aandachtig luisteren vereist en niet om aandacht schreeuwt. De balans tussen de instrumenten is mooi en gelijkwaardig, waarbij een opvallende rol is weggelegd voor de ritmische patronen van Skarbø, die goed naar voren komen doordat de andere twee muzikanten zich niet opdringen. In het (hardanger)vioolspel klinkt de invloed van Scandinavische folk door. De viool is als vanzelfsprekend het melodische instrument en het samenspel met het kerkorgel klinkt opvallend organisch. Apelands voetenwerk is verantwoordelijk voor de bastonen.

De improvisaties op het album zijn niet gespeend van muzikaal avontuur, maar de muzikale sfeer is gelijkmatig, wat zorgt voor coherentie. Het betekent in het geval van Chromola echter ook dat de muziek koud klinkt en niet echt tot leven komt. De spanningsboog staat niet altijd strak en een echte ziel lijkt te ontberen. Daar staat tegenover dat 1982 wel punten scoort op pure muzikale schoonheid, die zich naar mate het album vaker wordt beluisterd steeds meer openbaart. De wonderlijke combinatie van instrumenten doet de rest en moet de twijfelende luisteraar over de streep kunnen trekken.

6:19 op soundcloud