Luxor Live, Arnhem
Vrijdag 19 mei 2017
De Noorse singer-songwriter Torgeir Waldemar bracht in januari van dit jaar zijn tweede album No Offending Borders uit. Dat is de opvolger van het veelgeprezen, titelloze debuut uit 2014. Waar die plaat een ingetogen, veelal akoestische muzikale aanpak laat horen, is dat op de opvolger anders; de langzame melancholieke nummers worden afgewisseld met een paar stevige rockers. Dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat Waldemar ervaring heeft in harde rockbands als The Devil And The Almighty Blues, maar het is ook een gewaagde stap, gelet op het ingetogen karakter van de eerste plaat, wat de Noor juist op zoveel bijval is komen te staan.
No Offending Borders is echter, net als het debuut, een ijzersterke plaat van een bijzondere muzikant en componist, die zijn invloeden (Neil Young, Townes van Zandt, Sixteen Horsepower) niet verbergt maar die verwerkt in oprechte songs die je als luisteraar diep kunnen raken. Waldemar tourt dezer dagen in Nederland en dat brengt hem vanavond in Arnhem in de grote zaal van Luxor Live. Omdat is aangekondigd dat de Noor in een intieme trio-bezetting zal aantreden, zijn zitplaatsen gecreëerd. En dus zit het circa zestigkoppige publiek op slechte stoelen die je rug niet ondersteunen maar naar de gallemiezen helpen.
Waldemar treedt echter niet aan in een intieme trio-bezetting, maar mét drie muzikanten die bovendien stevig uit kunnen pakken, zo zal al snel blijken. De Noor opent het concert evenwel in zijn eentje, zichzelf begeleidend op akoestische gitaar en mondharmonica, met twee ingetogen songs die doen vermoeden dat we inderdaad een rustig avondje met mooie en sober gebrachte liedjes tegemoet kunnen zien. Vanaf het begin is duidelijk dat Waldemar weliswaar geen aparte maar wel een hele mooie stem heeft waarmee hij zijn liederen zonder fratsen en geloofwaardig vertolkt.
Na die eerste twee nummers is het tijd voor de band om het podium te betreden en verandert de intieme setting gedurende twee lange nummers in een stevige rock-eruptie. In die songs is Neil Young met zijn Crazy Horse niet ver weg en toont Waldemar zich een begenadigd gitarist die de songs al solerend naar grotere hoogte weet te stuwen. Naast de frontman is een opvallende rol weggelegd voor de toetsenist, die met zijn hoge stem Waldemar vocaal ondersteunt en ook de aandacht trekt met spel op een zingende zaag. De drummer legt in de rocknummers een pittige basis, maar gebruikt ook percussie-instrumenten als een sambabal en een ketting om ritmische accenten te leggen. De minder in het oog springende bassist speelt sober en solide, precies dat wat de muziek nodig heeft, niet meer en niet minder.
Waldemar wisselt regelmatig van gitaar in een optreden waarin variatie troef is. De harde rocksongs worden afgewisseld met rustige akoestische liedjes en meer op folk gerichte songs waarin Waldemar zijn gitaar verruilt voor een banjo, wat de toch al Noord-Amerikaans klinkende muziek een nog meer Amerikaans tintje geeft. Muzikaal begeven die nummers, zoals ‘Burden’ en ‘The Bottom Of The Well, zich richting Sixteen Horsepower maar de melodieën en het stemgeluid van de Noor maken het onderscheid.
De afwisseling doet het concert goed en dat komt doordat de songs van Torgeir Waldemar en No Offending Borders goed bij elkaar passen, stuk voor stuk erg goed zijn en geconcentreerd en bezield worden uitgevoerd. De samenstelling waarin de muziek wordt uitgevoerd wisselt ook, tussen volledige band, Waldemar solo en Waldemar in duet met de bebaarde toetsenist/zanger. De vierkoppige band besluit het optreden vocaal, slechts begeleid door Waldemars akoestische gitaar, met de folksong ‘I See The End’, ook de afsluiter van No Offending Borders.
Veel toepasselijker kun je een optreden niet eindigen, maar het publiek is dolenthousiast en wil meer. Er komt een toegift, maar niet nadat de Noorse muzikant heeft uitgelegd dat hij eigenlijk geen encores geeft. Waldemar ziet muziek als een kunstvorm en maakt de vergelijking met film en theater, waar je na afloop ook niet nog een toetje krijgt in de vorm van nog een stukje film of theater. Hij speelt daarom geen eigen song, maar eindigt, solo, met I Am A Child van Buffalo Springfield, dat hij voortreffelijk vertolkt. Na twee uur komt daarmee definitief een eind aan een gedenkwaardig concert van een sympathieke, begaafde en bevlogen muzikant.