Ormo, 2017
Uit Frankrijk komt het trio Derby Derby, dat bestaat uit Alan Regardin op elektronisch versterkte trompet, Frabrice L’Houtellier op drums en Sylvain Didou op bas. Laatstgenoemde is tevens eigenaar van het label waar het debuut van het trio op verschijnt, Ormo Records. Hij is zelf te horen op alle drie tot nu toe verschenen releases van het label en alledrie de muzikanten van Derby Derby zijn lid van Oblik, waarvan op Ormo in 2015 ‘Order Disorder’ verscheen.
Waar Oblik een akoestisch sextet is dat zich toelegt op het spelen van jazz, is het drietal muzikanten op Love Dance voornamelijk elektronisch in de weer en als je het in enge zin opvat kun je van ‘jazz’ ook niet echt spreken. De muziek valt niet makkelijk in één genre te vangen, maar ambient, drone, noise, jazz, post-rock en krautrock zijn hokjes waarin deeltjes van de muziek in te stoppen zijn.
Volgens de persbio ontmoetten de drie muzikanten elkaar in de lente van 2016 om zichzelf te bevragen over tijd en ruimte. Muzikaal worden die elementen gevangen in een lang stuk van eenendertig minuten, bestaande uit twee in elkaar overlopende delen, ‘Love’ en ‘Dance’. Die titels moeten als grap worden opgevat, want wat Derby Derby op het debuutalbum laat horen, heeft niets uit te staan met liefde of dans. Wel met tijd en ruimte dus, zich uitend in minimalisme, repeterende patronen en mesmeriserende klanken.
Een akoestische trompetklank is niet te horen op Love Dance, alle geluiden die Regardin uit zijn trompet haalt zijn elektronisch gemanipuleerd. ‘Love’ opent met die elektronische klanken, vergezeld gaand van een gestreken basklank, eveneens door de elektronische mangel gehaald. Zo ontstaat een meerlagige drone die met ferme slagen door L’Houtellier wordt voorzien van een traag maar steady ritme. Even later valt Didou in met een simpele en onophoudelijke basgitaarlijn. Het stuk ontwikkelt zich tot een trance-opwekkend geheel dat je niet meer loslaat. Veranderingen vinden plaats aan de oppervlakte of in de diepte, soms duidelijk, soms bijna onmerkbaar. Er wordt fijnzinnig gespeeld met textuur, met geluid, met toonhoogte, met gelaagdheid, maar altijd zijn er die trage beat van het slagwerk en die doorlopende baslijn.
Na negentien minuten houden bas en drums stil en blijft de drone over als opmaat tot ‘Dance’. De baslijn is weer basic en de drums volgen weer een repeterend patroon, maar nu sneller. Het minimalisme van ‘Love’ wordt losgelaten, de drone is hoger en minder bepalend voor de sound, want daar overheen wordt geëxperimenteerd en geïmproviseerd met elektronische geluiden, noise en feedback. Je zou soms zweren met een gierende gitaar van doen te hebben, maar het is toch echt een met effecten overladen trompet. Het tweede stuk is een stuk energieker dan het eerste, maar niet minder effectief als het om het opwekkend van een trance gaat.
Eenendertig minuten is kort voor een album, maar Love Dance lijkt zelfs nog veel korter te duren, omdat je het gevoel voor tijd en ruimte volledig kwijtraakt als je eenmaal gegrepen bent door de kracht van herhaling van deze muziek en je als gehypnotiseerd de weldaad aan klanken ondergaat. Dat bewerkstelligen is geen sinecure, maar Derby Derby flikt het op dit wonderschone debuutalbum, dat ook nog eens verslavend werkt en daarom nog vele rondjes gaat spinnen voordat ooit de opbergkast in zicht komt.