Moving Furniture, 2017
Het Amsterdamse label Moving Furniture Records laat ook in 2017 bijzondere releases het licht zien. Het label is gespecialiseerd in elektronische muziek, met de nadruk op ambient en drone. Labelbaas Sietse van Erve heeft een neus voor kwaliteit en dat betekent dat op Moving Furniture zelden een teleurstellende uitgave verschijnt. Teleurstellingen zijn dan ook niet te vinden op de lp en vier cd’s die hieronder worden besproken. Integendeel, iedere release is een intrigerende luisterervaring op zich.
Radboud Mens & Matthijs Kouw – 1
Matthijs Kouw en Radboud Mens werken al samen sinds 2001. Zij hebben ritmische werken uitgebracht, maar ook meer abstracte muziek. In die laatste categorie valt dit album. De lp toont namelijk de minimale kant van ambient en drone. Beweging is er, maar langzaam, klanken vloeien in elkaar over en lagen worden op organische wijze over elkaar gelegd. De B-kant toont daarbij meer ontwikkeling dan de A-kant.
1 is onderverdeeld in twee stukken van ruim twintig minuten, ‘F’ en ‘A’. ‘F’ begint met een donkere drone, die overgaat in een puls, met daarachter een lichtere drone, gaandeweg bestaande uit meer lagen, op trage wijze van kleur verschietend. Na verloop van tijd krijgen ze gezelschap van een andere, droge, meer neutrale toon. Het spanningsveld tussen de zware hartslag en de hogere tonen is wat de muziek fascinerend maakt. Aan het einde van ‘F’ valt de puls weg en nemen de overgebleven klanken licht dreigende vormen aan.
De andere kant van de schijf hanteert hetzelfde principe als ‘F’, begint ook met een donkere drone en ook daarin ontstaat een puls, waaraan een lichter klinkende drone wordt toegevoegd. De puls in ‘A’ is wat sneller dan in ‘F’ en de lichtere drone staat meer op de voorgrond en gaat na een paar minuten vergezeld van een hoge toon en weer even later van minder statische geluiden, klanken die zich voortbewegen, waardoor ‘A’ een iets dynamischer karakter heeft dan ‘F’. Fascinerend is het evenzeer.
David Fyans – Trübhand
De Schot David Fyans, vroeger gebruikmakend van de naam Erstlaub maar tegenwoordig opererend onder zijn eigen naam, werd voor Trübhand geïnspireerd door heimwee vanwege een gedwongen verblijf in Noord-Duitsland, waarbij het vlakke landschap zijn gevoel van heimwee deed toenemen. Met de ogen gesloten stelde hij zich een meer robuust landschap voor, met hoge bergen en diepe kloven. Er is niet veel fantasie voor nodig om je een dergelijk landschap voor de geest halen tijdens het beluisteren van dit album.
Trübhand telt net als de plaat van Radboud Mens en Matthijs Kouw twee stukken. Die duren ieder exact 23 minuten. Vanaf het begin van ‘(left hand)’ is duidelijk dat Fyans de zaken minder minimalistisch aanpakt. Een veelvoud van klanken wordt over de luisteraar uitgestrooid en het stuk is volop in beweging, maar zonder beat, zonder puls, zonder tempo. Het is alsof je in een zwevend voertuig over een afwisselend landschap scheert. Geluiden zwellen aan, sterven weer weg en komen opnieuw op, al dan niet in een lichte variant. Een enkele keer ontstaat door stapeling van geluidslagen een bijna orkestraal geheel. De klanken zijn niet kil maar geladen met emotie.
Dat geldt ook voor ‘(right hand)’, maar dat geluidslandschap is wel kouder. De klanken zijn onvriendelijker en klinken meer zuiver elektronisch dan op ‘(left hand)’. Er lijkt een gure wind te waaien over het natuurschoon en er hangt een dreiging in de lucht die alsmaar toeneemt. Van orkestreren is geen sprake meer, geluiden komen en gaan en lagen worden over elkaar gelegd zonder in harmonie samen te vloeien. Het leidt echter niet tot lawaaiige noise, daarvoor klinkt ‘(right hand)’ weer te welluidend. Op een afstandelijker wijze is het stuk net zo meeslepend als ‘(left hand)’.
Martijn Comes – Interrogation Of The Crystalline Sublime
Martijn Comes bracht begin dit jaar een cd-r uit samen met Orphax, een lange geïmproviseerde luistertrip, abstract maar veelzijdig. Comes werkt sowieso aan een heterogeen oeuvre; in eerdere uitgaven zijn ook melodieën, of aanzetten daartoe, te ontwaren en in een flink aantal van zijn stukken is een beat te horen. Niets daarvan echter op deze cd.
Op Interrogation Of The Crystalline Sublime gaat Comes voor minimalisme. Het betreft hier namelijk een precies een uur durende drone die bij oppervlakkige beluistering maar weinig aan verandering onderhevig is. Wie wat aandachtiger luistert, ontdekt de dieper liggende lagen en de verschuivende patronen. En er valt heel wat te ontdekken. Er zijn donkere klanken, ijle klanken, er is noise en ruis en er is vooral veel spanning. Als luisteraar wordt je ondergedompeld in een constante klankenpracht die steeds nieuwsgierig maakt naar meer, naar een volgende move. Die echter niet komt. Of eigenlijk wel, maar zo subtiel verweven in het geheel dat de verandering bijna ongemerkt plaatsvindt.
Interrogation Of The Crystalline Sublime is een gelaagde compositie, soms bijna orkestraal klinkend, bestaande uit klanken die elkaar aanvullen, die elkaar versterken, die harmoniëren en sublimeren. Er is nauwelijks dynamiek te bespeuren aan de oppervlakte, uitgezonderd de laatste twaalf minuten, waarin wordt afgebouwd door het langzaam verminderen van het aantal lagen. Maar verder geldt: als sprake is van het opkomen van klanken gebeurt dat uiterst traag. De naam Phill Niblock komt in gedachten, maar Interrogation Of The Crystalline Sublime staat toch ook echt op zichzelf. Het stuk intrigeert een vol uur lang.
Met die ene compositie is het nog niet klaar, want op een tweede schijfje wordt het werk van Comes geremixt door Scant Intone, Mitchell Akiyama, Zeno van den Broek, Alberto Boccardi, Haarvöl Grrito, Juan Antonio Nieto, Giulio Aldinucci en Orphax. In die remixes, die vanzelfsprekend een kortere vorm hanteren dan de originele compositie, wordt de rijkdom van Comes’ muziek op fraaie wijze benadrukt, al is het onmogelijk om in een korte tijd de impact van het lange werk te benaderen.
Cristean Alvear, Cyril Bondi & D’Incise – Stephan Thut: ABC, 1-6
Van de vijf hier besproken releases is dit de vreemde eend in de bijt, want niet gebaseerd op een drone. Het is ook het moeilijkst te doorgronden stuk muziek, ondanks de uitleg die wordt gegeven door de Zwitserse componist Stephan Thut (te vinden op bandcamp). Even doorzetten is het devies, want puzzelstukjes vallen op hun plaats bij herhaalde beluistering en het op het eerste gehoor fragmentarische werk blijkt dan wel degelijk spanning te herbergen binnen een samenhangend geheel.
ABC, 1-6 kent echter niet een maar meerdere structuren. De ‘1-6′ verwijst naar de zes papieren waarop de compositie is opgetekend en de componist ziet de 1-6 ook als stappen die de muzikanten zetten. Op de Moving Furniture-release wordt het werk uitgevoerd door de Chileense gitarist Cristian Alvear en de Zwitsers Cyril Bondi (percussie en objecten) en D’Incise (laptop).
Het stuk wordt niet alleen bepaald door het spel van de muzikanten. De stiltes die vallen tussen de gespeelde fragmenten spelen een grote rol, vormen een wezenlijk onderdeel van de compositie, zoals we dat ook wel kennen uit werken van bijvoorbeeld Christian Wolff. Het is voorts een spel met geluiden, waarin geen harmonie, melodie of ritme te bespeuren valt; het experiment met gitaar, (percussie-)objecten en elektronica, waarmee veelal zachte klanken worden voortgebracht, staat voorop. Er wordt behoedzaam gemusiceerd, alsof over iedere toon en ieder geluid uitgebreid is nagedacht, ook over de precieze plaats die zo’n toon, geluid, in de compositie wordt toebedeeld.
Het abstractieniveau is hoog, en ABC, 1-6 is dan ook meer een compositie voor het hoofd dan voor het hart; het werkt niet sterk op het gemoed, al is het stuk wel spannend. Als je het werk intellectueel benaderd, wordt je echter gegrepen door de experimenteerdrift en de precisie waarmee het werk wordt uitgevoerd. Daarin zit de kracht van Stephan Thuts compositie en van deze uitvoering.
Orphax – 2.20
Tot slot aandacht voor labelbaas Sietse van Erve zelf, die onder de naam Orphax op 1 mei a.s. de cd 2.20 uitbrengt. Die cd gaat vergezeld van een downloadcode, waarmee een bonustrack kan worden verkregen. Die bonustrack is een mix van de twee composities op het schijfje. Door de download bestaat ook de mogelijkheid om zelf je mix te maken. De twee tracks op 2.20 kunnen namelijk exact tegelijkertijd worden afgespeeld, of op een andere manier over elkaar heen worden gelegd, zodat een eigen mix ontstaat.
Van Erve houdt ervan zijn muziek minimaal en statisch te houden. Bij hem geen tierlantijnen, melodische frasen of ritmes; het is de pure, stilstaande drone die het werk moet doen, zonder wendingen. Dat werkt natuurlijk alleen als de klanken waaruit die drone is opgebouwd spannend genoeg zijn om te blijven boeien. Dat is Orphax wel gegeven, ook op 2.20.
De twee stukken op de cd duren precies 20 minuten, de te downloaden bonustrack logischerwijze ook. Het werk is geïnspireerd door Vice Versa, Etc… van de Franse componiste Éliane Radigue, een minimale elektronische compositie uit 1970, gebaseerd op een feedbackloop. De drone die Orphax creëert op 2.20 benadert de sfeer die Radigue creëerde, in die zin dat sprake is van een onvaste drone. De bovenliggende toon is niet strakgespannen maar fluctueert enigermate. Dat geldt voor beide stukken op het schijfje, ‘20.1’ en ‘20.2’. Op het tweede stuk is overigens wel beweging, verandering waar te nemen, maar het blijft een statisch geheel.
Zoals gezegd is de derde track een mix en dan ontstaat iets magisch; een op zichzelf staand stuk dat de beide eerdere stukken prachtig combineert. De klankkleur van het stuk is anders, het geluid uiteraard voller en er verschijnen niet vermoede klanken aan de oppervlakte. Bonustrack ‘2.20’ voegt daarmee een fraaie dimensie toe aan de toch al niet misselijke stukken op de cd.
Conclusie: vijf uitgaven van Moving Furniture Records, vijf keer raak. Ook in het negende jaar van zijn bestaan staat het label garant voor elektronische muziek van hoge kwaliteit. Dat het nog maar lang zo mag blijven.