ICP, 2017
De waarde die de ICP-mannen van het eerste uur, Misha Mengelberg, Willem Breuker en Han Bennink, voor de Nederlandse jazz hadden en nog steeds hebben, kan niet genoeg onderstreept worden. Van de eerste twee hebben we helaas afscheid moeten nemen, maar drummer Bennink, die over een kleine week 75 jaar wordt, is still alive and kicking. Vorige maand verscheen de derde cd van zijn trio met de Belgische klarinettist Joachim Badenhorst en de Deense pianist Simon Toldam, getiteld Adelante, en daarop bewijst Bennink nog maar eens hoe vitaal hij is.
Het gaat hier echter om een trio dat weliswaar Benninks naam draagt, maar waarin de inbreng van de twee andere muzikanten even groot is. Badenhorst en Toldam zijn zelfs verantwoordelijk voor de meeste composities op het album. Badenhorst kennen we onder andere van zijn werk met Thomas Heberer, John Butcher, Kris Davis, Tony Malaby, Steve Swell, Pascal Niggenkemper en het LAMA Trio. Daarnaast maakt(e) hij deel uit van Mogil, International Trio, Baloni en Carate Urio Orchestra.
Toldam heeft muziek gecomponeerd voor orkesten en jazzensembles en voor film, theater en moderne dans. Hij heeft een eigen trio en maakt ook deel uit van Stork en Sekten. De pianist kan bogen op een indrukwekkende lijst van namen met wie hij heeft samengewerkt (onder andere Peter Brötzmann, Dave Douglas, Evan Parker, Misha Mengelberg, Chris Speed en Tristan Honsinger).
Wat de muziek van dit trio zo bekoorlijk maakt, is de combinatie van speelsheid en virtuositeit. Het is muziek om vrolijk van te worden, maar met een behoorlijke muzikale bagage. Wat dat betreft is het trio enigszins vergelijkbaar met een ander basloos trio waarvan Bennink deel uitmaakte, Clusone Trio (met Ernst Reijseger en Michael Moore), maar de muzikale invulling van het Han Bennink Trio is anders, zowel door de compositorische en improviserende inbreng van Badenhorst en Toldam als door het verschil in bezetting (piano in plaats van cello).
Adelante is een afwisselende plaat. Kwikzilverachtige stukken als ‘Supertyphoon’ (Toldam) worden afgewisseld met langzamere, ballads als ‘Comacina Dreamin”. Bennink is in dat laatste stuk (van Badenhorst) de prettige stoorzender, wat mooi contrasteert met de sombere melodie van om beurten basklarinet en piano. In het beweeglijke titelstuk, dat in twee versies op de cd staat en ook van de hand is van Badenhorst, is in de eerste versie niet Bennink maar Toldam degene die aanvankelijk de aanstekelijke groove neerlegt, later overgenomen door de drummer. Het tweede deel heeft een latin-feel. Badenhorst lijkt met speels gemak de ene na de andere fraai geïmproviseerde melodielijn uit zijn basklarinet te toveren.
De betreurde Misha Mengelberg is met twee composities present op Adelante. De opnames van het album dateren overigens van november 2016, toen Mengelberg nog onder ons was. ‘De Sprong O Romantiek Der Hazen’ wordt door het trio met veel gevoel gebracht: aanvankelijk kwetsbaar, opverend en weer terugzakkend in fijngevoelige stand. Daarna volgt ‘Peer’s Counting Song’, een charmante compositie, serieus en speels tegelijkertijd, en met ontsporing.
‘My Melancholy Baby’ van Ernie Burnett, met een fluitende Bennink, krijgt van het drietal een lichtvoetige, dartele uitvoering, waarin Toldam op piano heerlijk soleert. Zijn compositie ‘March of The Supermoon’ is weerbarstiger, hoekiger, totdat de pianist weer een groove speelt die de luisteraar naar toegankelijker terrein leidt. Maar even later zijn we weer terug bij af en is de klarinet het instrument dat het stuk in rustiger vaarwater doet eindigen. In ‘Waterzooi’ (Badenhorst) heeft Toldam zijn piano geprepareerd. Evenals de voorgaande Toldam-compositie is het een experimenteler stuk, wat minder toegankelijk maar niet minder intrigerend. ‘Op Sinjoorke’ (Badenhorst) is jazzier, maar ook hier is de ontregelende factor aanwezig. In ‘Wuustwezelstomp’ en het korte ‘Boontje’ voert het experiment weer de boventoon.
Het Han Bennink Trio klinkt op Adelante frivool, vindingrijk en virtuoos. De instrumenten zijn perfect in balans. Badenhorst en Toldam zijn veelal de melodieuze factor en Bennink is volop aanwezig met zijn persoonlijke stijl, schijnbaar achteloos vele facetten van het drumspel ventilerend. De composities, zowel van eigen hand als die van anderen, zijn stuk voor stuk raak en de spelvreugde spat van het album af. Muziek met inhoud om heel blij van te worden.