Brighter, 2017
Jellephant is de naam waaronder Arnhemmer Jelle Haagsma zijn muziek uitbrengt. Live laat hij zich bijstaan door een band en wordt het Jellephant & The Phantoms, maar in de studio doet Haagsma het liever (vrijwel) alleen. Hij hanteert daarbij een hoog release-schema. Verscheen eind april vorig jaar de lp Kick The Swamp!, dat uitkwam binnen een jaar na Loom, nu is er alweer Spoon Dreams Nothing. Gelukkig gaat de productiviteit niet ten koste van de kwaliteit.
Waar Loom zijn naam eer aandeed met dromerige, uitwaaierende songs, koos Jellephant voor Kick The Swamp! voor een directere, op korte songs gerichte aanpak. Dat leidde tot een zeer geslaagd album en daarom is het des te opvallender dat op het nieuwe album de dromerigheid weer is toegenomen, waar je zou verwachten dat de lijn van de voorganger zou worden doorgetrokken. Het leidt echter niet tot een mindere plaat, want cd Spoon Dreams Nothing doet niet onder voor lp Kick The Swamp!
De muziek van Jellephant heeft raakvlakken met psychedelische rock, dreampop, new wave, sixties- en indierock. Uit die ingrediënten wordt een eigen, wat wollig klinkende sound gedestilleerd, die van een donker randje wordt voorzien door de zang van Haagsma, die niet opzienbarend is maar wel uitstekend past bij de sfeer die muzikaal wordt neergezet. Die sfeer is wat afstandelijk, maar op aangename wijze, niet kil. Typerend is verder het overvloedige gebruik van galm.
Opener ‘Yesterday I Was Afraid I’d Wake Up In A Smiths Song’ belichaamt de terugkeer naar de oude koers van Jellephant. Het tempo ligt een stuk lager dan het gemiddelde op de voorganger en het nummer duurt bijna zes minuten. Gebleven zijn de heldere gitaarpartijen, maar de muziek klinkt wat lomer, relaxter en spacey. ‘Green Purple Lightwaves’ kent twee keer een vertraging van tempo, wat heel goed werkt, en vooral de heerlijk door elkaar geweven gitaarpartijen maken het nummer tot het hoogtepunt van de plaat.
In het instrumentale ‘Houston, We Haven’t Got Any Problems’ is naast de gebruikelijke gitaren een vooraanstaande rol weggelegd voor een orgel. Opvallend is ook het veelvuldig gebruik van een akoestische gitaar, bijvoorbeeld als slaggitaar in ‘Saxophones & Joe’, en toevoeging van vrouwelijke achtergrondzang van ene Puck Ingen Housz in een aantal nummers, zoals in het zwoele ‘Genius’. Daarna komt het uptempo ‘Fungus Palace / Pck #5’ op het juiste moment.
Een wat hoekig en stroef ritme is de basis voor ‘Another One / Pck #9’, waaroverheen Jellephant zijn gebruikelijke lagen aanbrengt, waarbij vooral de heldere sologitaar wel erg fraai uitpakt. Voor ‘(Sleep)’ vormt juist de akoestische gitaarpartij het fundament waarop de song wordt gebouwd. De zuivere, dromerige damesvocalen sluiten goed aan bij Haagsma’s donkere stem. ‘Clowns (ver. 2)’ beëindigt het album rustig, bijna plechtig zelfs, maar er zit iets ontregelends, ongrijpbaars in dat de oren gespitst houdt.
Spoon Dreams Nothing is weer een knap stukje huisvlijt van Jellephant. De muziek klinkt op het eerste gehoor misschien wat eenvormig en introvert, maar vaker luisteren loont: dan openbaren zich de zorgvuldig aangebrachte lagen en subtiele details. De Arnhemse muzikant lijkt op een creatieve wolk te bivakkeren, want inmiddels zijn ook twee outtakes van het album verkrijgbaar, ‘Screwdriver’ en ‘Pck #4, die de klasse van Jellephant nogmaals onderstrepen. Laat ‘em dus nog maar even op die wolk zitten.