Sony Music, 2017
Je nieuwe cd Around The World noemen en ter promotie op wereldtournee gaan: het klinkt logisch. LaBrassBanda deed het en de reis voerde onder meer langs Ho Chi Minh, Hong Kong, Sydney, Wellington, Hawaï, Rio de Janeiro en Marrakesh. Toch ligt zo’n wereldtournee in het geval van dit zevental uit het Beierse Chiemgau niet echt voor de hand. De band brengt zijn muziek namelijk in het plaatselijke dialect en dan hoef je je op voorhand buiten de regio, laat staan buiten Duitsland, niet op een grote populariteit te verheugen. De muziek van LaBrassBanda staat echter bol van invloeden uit verschillende continenten, op de nieuwe cd zelfs meer dan ooit, en dat moet mensen wereldwijd kunnen aanspreken. De berichten over de tournee, die inmiddels achter de rug is, zijn in ieder geval positief.
LaBrassBanda staat onder leiding van trompettist en zanger Stefan Dettl en ten tijde van het eerste album, Habediehre uit 2008, was de band een kwintet met als instrumentarium trompet, trombone, tuba, basgitaar en drums. De muziek leunde destijds nog sterk op balkanblaasmuziek, al waren er al overduidelijk reggae- en popinvloeden te bespeuren. Die invloeden werden sterker op het erg goede Übersee en het iets mindere Europa, waarop bovendien nog meer elementen aan het geluid werden toegevoegd, zoals hiphop en techno. De lijn wordt doorgetrokken op Around The World, waarop de bezetting is uitgebreid met twee trompettisten.
In de loop van de jaren is de muziek van LaBrassBanda steeds meer richting pop opgeschoven en tegenwoordig gaat dat zo ver dat zelfs het gebruik van autotune niet wordt geschuwd. Dat is het sterkst te horen in openingstrack ‘Indian Explosion (Bauwagn)’, waarin de popfeel wel gepaard gaat met een stevige balkanblaaspartij en hiphop, en ‘Cadillac’, een modern klinkende popsong die met elektronische instrumenten en een hippe videoclip zo een hit zou kunnen zijn. Hiphop is ook te horen in ‘Africa’, met een staccato rappende Dettl, en in ‘Ujemama’, waarin wat meer gevoel in de praatzang wordt gelegd.
De band onderscheidt zich doordat alle muziek door blaasinstrumenten wordt voortgebracht, bas en drums uitgezonderd. Zelfs het geluid van de didgeridoo die in het met een straffe dansbeat en uitbundige blazerpartijen uitgeruste ‘Australien’ lijkt door te klinken, blijkt afkomstig van de tuba. Het is nog niet klaar met de invloeden van over de hele wereld, want het feestelijke ‘Alarm’ klinkt door het latin-ritme zowaar Surinaams. En probeer daar maar eens stil op te blijven staan. Onmogelijk!
Zakdoeken gereed voor de sentimentelen onder ons die snel geraakt worden door heimweeliedjes. De dubreggaesong ‘Johnny’ is er zo eentje en het lied weet echt te ontroeren, zelfs al is niet de hele tekst te verstaan, maar dat schijnt zelfs voor Duitsers van buiten de streek een hele opgave te zijn. Het meest traditioneel klinkt LaBrassBanda in ‘Scheena Dog’, een onvervalste polka voor alleen blazers en zang. Maar er mag ook gerockt worden, zoals gebeurt in ‘Wirt’, de meest opzwepende song op de plaat.
Wat LaBrassBanda op eerdere albums ook al deed, doet men ook op Around The World: op het eind van de plaat wordt afgebouwd. Dat betekent dat wordt afgesloten met twee rustige liedjes. ‘Laba’ is een gedragen, langzaam aanzwellende song en zowel instrumentaal als vocaal droefgeestig. In het afsluitende, ontroerende slaapliedje ‘Nacht’ wordt een piano van stal gehaald die lange tijd het enige begeleidingsinstrument is van Dettl’s zang. Pas op het einde worden de koperblazers ingezet, die de plaat zachtjes uitblazen.
Maar de laatste twee (mooie) liedjes ten spijt: Around The World is allereerst een blazersfeest, een plaat van een brassband die zijn roots niet verloochent maar injecteert met invloeden uit verschillende windstreken. Daardoor moet de band een vrij breed publiek aan kunnen spreken. In Duitsland is dat al zo en zelfs in Nieuw-Zeeland weten ze nu wie LaBrassBanda is. Nu Nederland nog. Helaas is op de concertagenda geen enkel optreden in Nederland te vinden.