Moonlee, 2016

Het Servische trio Repetitor bestaat uit Boris Vlastelica (gitaar), Milena Milutinović (drums) en Ana-Marija Cupin (bas). Zingen doen ze alle drie, hoewel de meeste leadvocalen door Vlastelica worden gezongen. Met Gde ćeš, verschenen op het Sloveense label Moonlee Records, is het drietal toe aan zijn derde album, na  Sve što vidim je prvi put uit 2008 en Dobrodošli Na Okean uit 2012. Het is fijn te horen dat de noiserock nog altijd overheerst, al permitteren de Serviërs zich wat uitstapjes richting post-punk en zelfs folk.

Maar bovenal is er die scherpe, snerpende en alles verzengende noisegitaar die elke gedachte aan een compromis de kop indrukt. Tel daarbij op dat de riffs van bovengemiddelde kwaliteit zijn en je kostje als noiserock liefhebber is gekocht. Dat gezongen wordt in de moerstaal en dat daar dus niets van te verstaan is, doet in het geheel niet af aan de impact die de muziek, inclusief de vocalen, heeft. Die vocalen zijn niet van enig drama gespeend en komen gepijnigd, boos en soms berustend over.

Het album opent met ‘Suženi Snovi’, dat door de baslijn en de modulatie enigszins doet denken aan ‘Celebrate Your Mother’ van The Eighties Matchbox  B-Line Disaster. Van een kopie is overigens geen sprake, daarvoor wijken met name gitaar en zang te veel af van dat andere nummer. ‘Gde ćeš’ wordt gezongen door Milutinović  en Cupin. Hoewel, gezongen? Het zijn meer chants die afgewisseld worden met een harde, messcherpe gitaarriff. In ‘Jataci’ zet Vlastelica een wat klaaglijker stem op en door de trashy sound zou het etiket ‘garagerock’ erop geplakt kunnen worden, maar in tegenstelling tot veel garagebands swingen de Serviërs voor geen meter. De muziek is stijf, stug en koppig. Het nummer wordt verrijkt door een bijtende gitaarsolo.

De band zoekt voorzichtig psychedelisch en post-punk terrein op met ‘Kralj Ničega‘, maar Repetitor houdt het gelukkig bescheiden; van een psychedelische jam is geen sprake. De grootste stijlbreuk op het album is te horen op Crvena, waarop gas wordt teruggenomen en dat gebaseerd is op folk. Het is even wennen, maar de nadruk op de drums en het folky gitaarspel worden afgewisseld met stevige stukken en die combinatie tilt het nummer naar een hoger plan.

Het beste moet dan nog komen, want ‘Ako Te Ikada’ is het meest heftige en beste nummer op Gde ćeš. De gitaarriff is van wereldklasse en de noise-vonken spatten aan alle kanten van de song af. En het gaat nog even door, want ‘Beskraj’ hakt grote spaanders, vooral nadat even gas is teruggenomen en vervolgens weer volle bak wordt gemusiceerd en geschreeuwd. ‘Ekspedicija’ sluit af met een tegendraads ritme en hemels basloopje waarop het nummer is gebaseerd.

Voor wie niet vies is van een bak herrie, maar vindt dat veel muziek maar braafjes klinkt terwijl in metal het geluid te veel wordt dichtgesmeerd, is Gde ćeš een ideaal plaatje. De sound is hard en met slechts drie instrumenten wordt het geluid nergens te vol. En ondertussen klinkt Repetitor toch lekker gemeen, trashy en noisy. Met een klein half uur is de plaat lekker compact. Intense, verschroeiende noise van de bovenste plank.

Repetitor – Gde ćeš Bandcamp