Neuma, 2021

Vanuit Santa Fe, New Mexico opereert componist, performer en geluidstechnicus David Dunn. Hij is ook emeritus hoogleraar aan de universiteit van Californië in Santa Cruz. Zijn muzikale activiteiten zijn vaak gebaseerd op onderzoek. Veel van zijn werk is gericht op de ontwikkeling van luisterstrategieën en – technologieën voor monitoring van omgevingsgeluid in zowel esthetische als wetenschappelijke contexten. Akoestiek en omgeving zijn belangrijke factoren en Dunn verbindt verschillende muzikale en non-muzikale elementen met elkaar.

Het laatste werk van de Amerikaan dat op cd is verschenen, is getiteld Verdant, uitgebracht door Neuma Records. Het muziekstuk zou je gemakzuchtig kunnen afdoen als een ambientwerk. Feitelijk is ook sprake van een soundscape, maar ook laat twintigste-eeuwse gecomponeerde muziek van bijvoorbeeld James Tenney, Terry Riley en Pauline Oliveros kan als referentiepunt worden genoemd voor de muziek die Dunn creëert. Zelf noemt hij als invloed het idyllische en elegische gevoel dat de Engelse pastorale componisten na de Eerste Wereldoorlog zochten. Verdant is tot stand gekomen tijdens de coronapandemie en de componist had de wens om iets te maken dat (hopelijk) zal spreken tot een meer optimistische toekomst.

Om de muziek goed op waarde te kunnen schatten, is enige uitleg nodig. Die uitleg is te vinden in de tekst die Dunn zelf heeft geschreven en die te vinden is in het cd-hoesje. De volgende alinea is een beknopte samenvatting van de uitleg van de componist. Die samenvatting schiet tekort, maar is hopelijk net voldoende om enig inzicht in het werk te geven.

De opname plaatst vier verschillende tijdstromen naast elkaar. Die bewegen met verschillende snelheden, maar werken op elkaar in door een verschuivende voorgrond/achtergrond-dynamiek. De vier niveaus bevatten onder andere continue sinusgolf-drones, spel van twee elektrische violen die een convolutieproces ondergaan, arpeggiërende sinustoonmelodieën en een veldopname van Dunns achtertuin. Die geluiden uit de tuin zijn met een zeer hoge resolutie opgenomen. De opnamen werden overigens vergemakkelijkt doordat die op paaszondagochtend plaatsvonden en er – mede door de pandemie – minder menselijke activiteit was die het opnameproces zou kunnen verstoren. Het achtergrond-omgevingsgeluid dat Dunn opnam, bestond uit geluiden van een paar vogelsoorten met nesten op het erf (met name kromsnavel spotlijsters), andere vogels die door of in de nabije omgeving trekken, meerdere windgongen verspreid over het erf en bijkomende geluiden zoals autoverkeer in de verte.

Verdant is geen verstilde soundscape. Het werk kent weliswaar geen echt tempo maar is wel beweeglijk, actief. Actief ben je ook als luisteraar, want de vele aspecten die zowel aan de oppervlakte als in de diepte te horen zijn, vragen om geconcentreerd luisteren, hoewel je als luisteraar natuurlijk vrij bent in de manier waarop je de muziek tot je wenst te nemen. Bij een actieve luisterbeurt kun je proberen de facetten die hiervoor zijn genoemd te horen in het stuk. Je kunt de muziek echter ook ondergaan, zonder bijgedachten maar puur gefocust op de geluiden die je omringen. Beluistering met een goede koptelefoon strekt tot aanbeveling.

Dunn laat elektronische klanken en natuurgeluiden interageren. Het onderscheid is daarbij duidelijk, maar niet per se van belang. Het gaat om de manier waarop de verschillende geluiden op je inwerken. Vogelgeluiden en de klanken van de windgongen zijn duidelijk herkenbaar, komen ook aan de oppervlakte, maar verplaatsen zich soms ook naar de achtergrond. De elektrische violen zijn ook waarneembaar, al moet je daar iets meer moeite voor doen. De elektronische klanken komen prominent naar voren. Alles bij elkaar genomen ontstaat een landschap van natuurgeluiden, trage melodieën en experimentele elektronische klanken die een aangename sensatie teweegbrengen.

Mooi is hoe de verschillende tempi ervoor zorgen dat de muzikale focus verschuift en er steeds een ontwikkeling plaatsvindt in het stuk. Het samenvallen van de verschillende elementen gebeurt steeds op een iets andere manier, waardoor je als luisteraar steeds iets nieuws hoort. Er is geen echte spanningsopbouw; de schoonheid van het gebodene spreekt voor zich. Hoewel de elektronische component groot is, kent het stuk een natuurlijk verloop. Dat wordt althans gesuggereerd. Niets staat op zichzelf en elk geluid klinkt op een bepaalde wijze doordat andere geluiden erop inwerken.

De omgevingsgeluiden klinken natuurgetrouw en laten zich niet leiden door een compositie. Wel heeft Dunn uiteraard controle over hoe en wanneer hij die geluiden inzet. Dunn doet dat op zo’n manier, dat het lijkt alsof ze ‘gewoon’ plaatsvinden, veel meer dan dat ze doelbewust zijn geplaatst ten behoeve van de compositie. Ook dat draagt bij aan de suggestie van een natuurlijk verloop van de compositie. In al zijn bedrijvigheid golft de soundscape in langzame, vloeiende bewegingen. Die vinden hun contrast in elektronische bliepjes die uit alle hoeken en gaten kunnen komen, maar die kunnen net als de soms hard kwetterende vogels niet afdoen aan het dominante effect van de rustige bewegingen in de onderliggende lagen.

Met Verdant creëert Dunn een netwerk van geluiden die op elkaar inwerken, elkaar versterken of juist tegengesteld zijn, telkens op een andere manier. Het resultaat is een lange soundscape waarin elke klank ertoe doet in samenhang met andere klanken eromheen. Steeds gebeurt er iets in het stuk, dat in essentie statisch is maar bestaat uit verschillende bewegingen die elkaar op wonderlijke wijze in evenwicht houden. De elektronica is een belangrijke factor, maar de omgevingsgeluiden klinken zo natuurgetrouw, dat je de tuin van Dunn als het ware kunt zien en zelfs ruiken. Zo is het werk een fascinerende luisterervaring waarin het denkbeeldige en het zintuiglijke door elkaar lopen.

Verdant bandcamp

David Dunn website