Pogo / Atypeek Music / Araki / Day Off, 2021

No-nonsense noiserock, je mag er Opduvel ’s nachts voor uit bed halen. Muzikale impact maken met gitaar/bas/drums/zang zonder opsmuk, als het even kan ook zonder pathetiek en mét harde riffs, stuwende baspartijen en donderende drums, dat alles gebracht zonder al te veel effecten: er gaat niet veel boven. Uit Frankrijk komt het trio Black Ink Stain die stelling bewijzen met hun eerste volledige album Incidents.

Vier jaar geleden deed de band overigens al van zich spreken met een ep waarop op Unsane-leest geschoeide noiserock de boventoon voerde, zonder dat de Franse groep in epigonisme verviel. Binnen de noiserock-kaders bleek er ruimte voor nuance in songs die ruw op de band waren gekwakt maar ook de coole beheersing die goede noiserock kenmerkt naar voren lieten komen. Nog niet alles viel op zijn plaats, maar de belofte was er.

Black Ink Stain’s albumdebuut telt acht songs waaruit blijkt dat de band de paar plooien die op de ep te vinden waren heeft gladgestreken. De strakke basis is er nog steeds, maar de band heeft een beetje aan agressie en nog maar aan zeggingskracht gewonnen. De muziek wordt net iets meer in je smoel gesmeten dan voorheen. De Unsane-referentie is er nog steeds, maar het mag de pret niet drukken. Black Ink Stain is er niet om het wiel opnieuw uit te vinden, maar om te doen waar ze goed in zijn.

En dat is: geen gelul, gewoon ongepolijste noiserock spelen, zonder kapsones, zonder pretenties, zonder opsmuk, gewoon recht voor zijn raap en goudeerlijk. Ja, het lijkt allemaal op elkaar, maar er is genoeg variatie op het album te vinden om de muziek boeiend te houden. Bovendien onderkent de band hoorbaar het belang van enige nuancering binnen de songs, net als op de ep.

Het album opent met wat vervormd klokgelui, voordat harde drumslagen opener ‘Slice of Pain’ op gang trekken. De gitaar/basriff die volgt is strak en memorabel en daar wordt een nieuwe gitaarriff achteraan gespeeld. De wedstrijd is al bijna gewonnen voordat die goed en wel begonnen is. Verderop volgt nog een killerriff, iets waar de band duidelijk niet om verlegen zit. De vocalen trekken de muziek het Unsane-kamp in, maar kruipt net als de muziek ook richting sludge metal. Daar zit het onderscheidende kenmerk van Black Ink Stain ten opzichte van veel andere noiserockbands.

‘I See You Dead’ ligt qua tempo net iets hoger dan de openingstrack, maar valt nog altijd in de categorie midtempo. Sterke troef is de donkere rand die Black Ink Stain in deze song weet te creëren. De zware bassound is imponerend en de drummer is een houthakker die dat doet wat nodig is maar ook met de nodige fills het zaakje opzweept. Ergens halverwege is er de nuance: het tempo zakt een beetje, er wordt muzikaal gas teruggenomen en er is ruimte voor melodie in de gitaar. Wanneer de band er daarna weer vol op klapt, komt dat des te harder aan.

Het instrumentale ‘Sans Façon’ opent met een basriff, die even later door de gitaar kracht wordt bijgezet. Mooi is hoe daarna de gitaar met een heldere klank en een minimaal aantal noten over de basriff zweeft. Over nuance gesproken. Maar vergis je niet: de band hakt er zeer stevig op los en de riffs zijn onontkoombaar. Opnieuw weet de band in zijn sound de link te leggen tussen noiserock en sludge metal. Het op de ep te vinden ‘ST01’ krijgt op het album een vervolg met ‘ST02’, dat net als zijn voorganger een vernietigende sound laat horen, op basis van een snoeiharde, unisono door bas en gitaar gespeelde riff. De variatie wordt gevonden in een paar staccato gespeelde optaters in het laatste gedeelte van de song.

De bassnaren lijken wel kabels in het intro van ‘Stuck’, een song waarin opnieuw die zeer geslaagde kruising tussen noiserock en sludge metal in de stijl van Black Tusk ten tijde van Set The Dial te horen is. Black Ink Stain klinkt wel wat strakker dan de band uit Savannah, Georgia en de hardcore-invloed is er niet bij de Fransen. Het tempo gaat behoorlijk naar beneden voor ‘Pont Des Goules’, waarin stukken clean gezongen worden, afgewisseld met schreeuwzang. Het stuk kent een paar fraaie dynamische contrasten en biedt wat meer ademruimte dan de meeste andere songs op Incidents. Vermelding verdienen het afwisselende gitaarspel en de goed geplaatste mokerslagen van de drums.

De basriff is leidend aan het begin van ‘Frozen Stance’, wat de gitaar ruimte geeft om de muziek verder in te kleuren zonder zich om de riff te hoeven bekommeren. Het stuk is somber gestemd en er klinkt een post-punkinvloed in door. De band bewijst zowel recht vooruit te kunnen beuken als spanning op te kunnen bouwen. Met het betere sloopwerk lijkt ‘S.O.M.A.’ het album af te sluiten, maar de band neemt halverwege serieus gas terug. Wat even een dip lijkt te zijn, blijkt een kracht, want de band bouwt de song opnieuw op en geeft de muziek zelfs een extra energieboost in het laatste gedeelte. Een perfect einde van een sterke noiserockplaat.

Incidents bandcamp