Neither/Nor, 2021

Carlo Costa is een van oorsprong Italiaanse percussionist, componist en improvisator die sinds 2005 opereert vanuit New York. Costa runt sinds 2014 het door hem opgerichte Neither/Nor-label, waarop op dezelfde datum als Silos ook albums van contrabassist/dichter Sean Ali (A Blink in the Sun) en trompettist Joe Moffett (Stress Positions) zijn verschenen, twee muzikanten met wie Costa eerder ook musiceerde. Dat doet hij niet op het hier te bespreken album, waarop Costa alleen is te horen. Die laatste opmerking is niet helemaal waar. Costa is weliswaar de enige menselijke muzikant die te horen is, maar voor de muziek moeten onder andere ook een stel krekels verantwoordelijk worden gehouden.

Costa maakte zijn muziek in Rome, in een oude graansilo nabij een oude boerderij die zijn ouders ooit kochten. Bij een terugkeer dertig jaar later, werd de muzikant getroffen door de akoestiek van de lege silo. Aanvankelijk had hij het idee om daarin drums en andere percussie-instrumenten te bespelen, maar dat plan liet hij varen. In plaats daarvan gebruikte hij voor de opname louter gevonden objecten, die hij opdook in en rondom de silo. Costa besloot ook om de muziek vrij te improviseren, zonder vooropgezette setting en zonder plan in zijn hoofd, zodat hij echt in het moment zijn klanken kon creëren.

Luisterend naar Silos, een improvisatie van 36 minuten, wordt duidelijk dat Costa de ‘ondergrond’ voor zijn muziek gratis keeg in de vorm van het geluid van krekels die zich rondom de silo bevonden. Zelfs als de muzikant volledig stilhield, hoorde hij in de silo muziek. Stilte bestaat niet, in ieder geval niet in die omgeving. Het resoneren van de objecten in de ruimte en van de ruimte zelf, vormt eveneens een belangrijk onderdeel van de muziek. Het is muziek met simpele middelen gemaakt maar met een grote zeggingskracht en zelfs een sterke emotionele dimensie. Het roept een nostalgisch gevoel op.

De omgeving is net zo belangrijk als de muziek die door menselijk handelen tot stand komt. Op het moment dat Costa stilhoudt, blijven de omgevingsgeluiden doorgaan en dan valt bijvoorbeeld op hoe de krekels samen een ritmisch patroon bewerkstelligen. De muzikant gaat bewust de interactie met de omgeving aan in zijn onderzoek van de klankmogelijkheden. In de manier waarop hij dat doet, klinkt respect door voor de omgeving en de natuurlijke geluiden. De sfeer is daarbij zo treffend, dat je als het ware de geur van het vroeger opgeslagen graan nog kunt ruiken.

Voor zijn muziek gebruikte Costa onder andere takken, stenen, houtblokken, metalen pijpen en tuingereedschap. Behalve krekels zijn, soms met enige moeite, geluiden van passerende voertuigen en vliegtuigen en blaffende honden te horen. De muziek draait niet om het slaan op objecten, wat overigens wel gebeurt, of het creëren van ritmes, wat Costa eveneens doet. Daar ligt niet de focus. Het is het samengaan van de omgeving, de akoestiek en het menselijk handelen waar het om gaat. En om klankenonderzoek, het aftasten van de mogelijkheden die de aparte setting biedt. Geluiden van buiten dringen de graansilo binnen, geluiden die binnen worden gemaakt weerkaatsen tegen de wanden van het gebouw. Muziek, geluid en tijd versmelten.

Costa weet fraaie geluiden uit zijn gevonden objecten en de akoestiek van de ruimte te halen. Echt dissonant schurende en wringende klanken schept hij niet, wel schurende, slaande, schuivende, draaiende, kloppende en schrapende geluiden. Onderwijl blijven de krekels constant hun muzikale patroon leggen. Mooi is het deel waarin Costa zich stilhoudt en alleen de omgevingsgeluiden het werk laat doen. Daarmee bewijst hij hoeveel muzikaliteit er in het alledaagse en in het natuurlijke schuilt.

Als de muzikant de ruimte nagenoeg vult met door hem gemaakte klanken, weet hij dat op zo’n manier te doen dat je met de ogen dicht het gevoel krijgt erbij aanwezig te zijn. Alleen al in het tegen elkaar slaan van twee stenen schuilt een wereld van klank en emotie door de ambiance waarin dat gebeurt. Het werk is geen aaneenschakeling van fragmenten of geluiden, maar een instant compositie die zowel spontaan als weldoordacht overkomt. Dat laatste lijkt onwaarschijnlijk omdat alles in het moment geschiedt, maar Costa lijkt zich zeer bewust van de klanken die hij met zijn bewegingen en voorwerpen in de akoestiek van de silo teweegbrengt. Het hele concept is indrukwekkend in zijn eenvoud en lofwaardig in zijn originaliteit.

Je kunt Costa’s Silos zien als een soundscape, als geluidskunst of als experiment. Opduvel ziet het op de eerste plaats als muziek. Muziek die respect afdwingt, die echt raakt, ontroert, heimwee naar verloren tijden oproept en ook gewoon mooi is om naar te luisteren. Beluistering met een goede koptelefoon wordt aanbevolen; het is zonde om iets van deze muzikale pracht te moeten missen.

Silos bandcamp

Carlo Costa website