ReR Megacorp, 2021

Blast werd in 1989 in Tilburg opgericht en kende sindsdien verschillende bezettingen: Blast 4tet, 5tet, 6tet en 8tet. Het is lang geleden dat Blast van zich liet horen. Het laatste wapenfeit aan het platenfront, de cd Sift, dateert uit 2008. Sindsdien hebben de kernleden, gitarist Frank Crijns en saxofonist Dirk Bruinsma, niet stilgezeten, maar Blast stond een hele poos ‘on hold’. Tilburger Crijns componeerde en speelde meest recentelijk in Betonfraktion en Fraqx, terwijl de vanuit Amsterdam opererende, maar ook uit Tilburg afkomstige Bruinsma onder andere speelde in Brown vs. Brown en het N-Ensemble, waar hij ook voor componeerde. Blast werd echter niet vergeten, want plots is daar een nieuw album, getiteld Vortographs. Daarop is uitsluitend het kernduo te horen.

De bandnaam Blast ziet op een kunststroming, het Vorticisme, die een eeuw geleden opkwam en na enkele jaren ook weer verdween. De kunststroming had een eigen tijdschrift dat ‘Blast’ heette. De ‘vortograph’ is de eerste volledig abstracte soort foto, samengesteld uit caleidoscopische herhalingen van vormen die worden bereikt door objecten te fotograferen door een driehoekige opstelling van drie spiegels. De vortografie werd in 1917 door Alvin Langdon Coburn uitgevonden. Zijn experimenten met de techniek duurden maar kort, maar de hoekige, gelaagde en complexe vormen van zijn werk vormen een inspiratiebron voor Crijns en Bruinsma.

Dat is te horen, want de woorden ‘hoekig’, ‘gelaagd’ en ‘complex’ kunnen ook op de muziek van het duo Blast worden geplakt. Het is moeilijk voor te stellen bij een tweetal dat elektrische gitaar en saxofoon speelt. Op Vortographs voegen zij dan ook vibrafoon, keyboards en elektronica toe. Daarmee construeren Crijns en Bruinsma hun vernuftig in elkaar zittende muziek. Die muziek is gecomponeerd, klinkt regelmatig mathematisch, maar laat ook duidelijk jazzinvloeden horen. Op het album zijn vier stukken te horen die in speelduur variëren van vier tot ruim veertien minuten. Twee composities zijn van de hand van Bruinsma en twee van de hand van Crijns.

De elektronische component is direct opvallend in ‘Soak’, waarin verder met name de ritmische complexiteit opvalt. Invloeden van Frank Zappa en Steve Martland zijn waar te nemen in de sound en in de muzikale aanpak. Het tempo varieert, wordt een paar keer nagenoeg stilgelegd en weer opgepakt. Gitaar en saxofoon spelen unisono of gaan ieder een eigen weg, terwijl het ritme daaronder stuitert. Chaotisch wordt het nergens, want elke muzikaal element wordt met precisie neergelegd.

In het langzamere ‘Skrew’ wordt de ritmische complexiteit nog iets verder doorgevoerd, maar is ook ruimte voor speelse percussie. Bij dit duo krijgen je oren nooit rust, want geen twee maten klinken hetzelfde en op het moment dat je aan een tempo, ritme of melodisch aspect gewend raakt, is het duo alweer vertrokken in een andere richting. Die richting is dan wel steeds welbewust gekozen. Muzikale wendingen zijn er volop maar zijn nooit onlogisch. Daarnaast wordt gevarieerd in klankkleur, met name om het geluid van de altsax en de gitaar heen. De muziek is constant in beweging, op alle fronten en steeds gebeurt er iets wat de oren doet spitsen.

Wat donkerder van kleur is de muziek in ‘Rope’, dat in het begin met spanning geladen is, voordat de onregelmatige ritmiek zijn intrede doet. Blast speelt met ritmiek en dynamiek en het is knap hoe de ingewikkelde structuren er niet toe leiden dat de muziek tot een klinische bedoening verwordt. ‘Rope’ bevat een paar fijngevoelige gedeelten waarin emotie een rol speelt, zeker als op het laatst enige rust gevonden wordt in het spel van het duo.

Het langste stuk op het album is ‘Tactile Grid’, dat opent met keyboard- en vibrafoonklanken, die na een tijdje worden voorzien van ontregelende accenten, die weer een opmaat vormen voor een hoekig ritmisch patroon waarin sax- en gitaarspel goed gedijen. Ondanks de hoekigheid heeft het ritme een aantal keren iets aanstekelijks en soms is het zelfs dansbaar. Voorspelbaarheid is echter niet wat het duo beoogt; de muziek op buigen. Vervallen in pure jazzrock doen Crijns en Bruinsma ook niet; ze vervallen helemaal nergens in. Daarvoor is de muziek van het duo te ongedurig en zijn de ideeën te uiteenlopend. Mooi is hoe de elektronische, elektrische en akoestische elementen op elkaar inwerken.

De beide muzikanten mogen in hun muziek dan niets aan het toeval overlaten, toch klinkt die muziek zeer avontuurlijk. De structuren zijn ingewikkeld maar nergens raakt het duo verstrikt in zijn eigen complexiteit; de muziek blijft ademen en de ideeën blijven stromen. De muziek vormt een eenheid die verschillende richtingen op mag bewegen zonder te ontsporen en bevat zoveel details dat bij elke draaibeurt weer iets nieuws te ontdekken valt. Het is knap werk maar ook iets om puur van te genieten.

Blast bandcamp

Frank Crijns bandcamp