Eigen beheer, 2020

Het is de jaarlijkse herdenkingstijd in Nederland. Voorafgaand aan de dodenherdenking op 4 mei en bevrijdingsdag op 5 mei wordt in de media al volop aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog. Ook in andere landen is er volop aandacht voor de Tweede Wereldoorlog en de holocaust. Allemaal terecht natuurlijk, we mogen niet vergeten. Een andere herdenking kan op veel minder aandacht rekenen. Op 24 april 1915 werden in Istanboel, onder bevel van Talaat Pasja, minister van Binnenlandse Zaken van het Ottomaanse Rijk, honderden tot enkele duizenden Armeniërs opgepakt en zonder enkele vorm van proces gedeporteerd en later vermoord. Deze dag, nu 105 jaar geleden, wordt nog altijd herdacht door de Armeniërs als het begin van de volkerenmoord, die uiteindelijk 1 tot 1,5 miljoen Armenïers, Assyriërs, Pontische Grieken en Arameërs het leven kostte.

Nog steeds weigert Turkije de grootschalige moordpartijen als genocide te erkennen. De Nederlandse Tweede Kamer deed dat in 2018 wel, zeer tot ongenoegen van de Turkse regering. Het Nederlandse kabinet spreekt helaas nog steeds niet officieel van genocide, maar van ‘de kwestie van de Armeense Genocide’, terwijl het voor nakomelingen van omgekomenen en overlevenden juist belangrijk is dat de genocide onvoorwaardelijk wordt erkend, zelfs al zijn we inmiddels enkele generaties verder.

Aram Bajakian en Alan Semerdjian, twee Amerikanen met Armeense roots, en kleinkinderen van overlevenden van de genocide, hebben de dag van de herdenking aangegrepen om een digitaal te verkrijgen album met gesproken teksten, begeleid door gitaarspel, uit te brengen onder de titel The Serpent and The Crane. De door Semerdjian gedeclameerde teksten betreffen gedichten die de Armeense genocide memoreren. De gedichten zijn van Semerdjian zelf en van Peter Balakian, Daniel Varoujan, Diana Der Hovanessian en Siamanto.

Voor alle auteurs geldt dat hun werk op een of andere manier door de Armeense genocide wordt beïnvloed. Soms is dat overduidelijk, zoals in opener ‘Grandchildren of Genocide’ en afsluiter ‘The Dance’, soms gaat de tragedie schuil achter poëtische schetsen, omschreven gebeurtenissen of metaforen. Het gaat daarbij niet alleen om de genocide, maar ook om het effect daarvan op latere generaties. Een beschuldigende vinger is er niet of nauwelijks, wel klinken (vooral) verdriet, wanhoop en ook boosheid door. De in totaal twaalf teksten worden in het Engels voorgedragen. Een enkele keer betreft het een vertaling.

Semerdjian heeft een duidelijke en aangename stem die aandachtig luisteren min of meer afdwingt. De dichter declameert op kalme wijze daarmee imponeert hij. Hij overdramatiseert niet maar straalt een natuurlijke melancholie uit, als van een lang ingesleten verdriet dat wellicht een plaats is gegeven maar nog altijd pijn doet. De teksten en de voordracht zijn zo indringend en het onderwerp zo pijnlijk en gruwelijk, dat die bij de luisteraar, het onderwerp indachtig, emoties als verdriet en machteloosheid teweegbrengt.

Als gitarist en componist is Bajakians rol veel meer dan die van begeleider, al speelt hij in dienst van de teksten. In twee stukken is ook Semerdjian op gitaar te horen. Het gitaarspel op het album is kleurrijk, trekt de aandacht en zet de woorden van de dichter kracht bij. Bajakians spel kan bescheiden lijken, zoals in het lange ‘Caesuras’, waarin de woorden worden omlijst met een klein melodieus patroon, maar waarin ook spanning wordt gecreëerd en met dynamiek wordt gespeeld. Mooi is het samengaan van een melodieus motief en lange klagende lijnen in ‘History of Armenia’, maar ook de manier waarop de gitarist melodieën dooreen vlecht in ‘Armenian Obsidian’ is wonderschoon.

‘Figure of Armen’ is opgedragen aan Marlene Edoyan, die in 2012 de gelijknamige documentaire maakte en de tekst bevat het citaat “A people will never succumb to war”. Daar gaat enige hoop vanuit. Soms ligt dat heel anders, zoals in de meest aangrijpende tekst, die tot het laatst wordt bewaard: ‘The Dance’ is zo gruwelijk dat het koude rillingen bezorgt. De gitaarpartij straalt daarbij ook nog zodanig machteloos verdriet uit, dat je wel van steen moet zijn om niet te worden geroerd.

De geschiedenis waarop Bajakian en Semerdjian hun muziek en (al dan niet zelf geschreven) gedichten baseren, is zwaar. Het luisteren naar The Serpent and The Crane is dan ook niet een vrolijk stemmende bezigheid. Er zit echter ook veel schoonheid in de gekozen woorden en het gitaarspel is op niet al te opdringerige wijze imponerend. De urgentie straalt van de muziek en teksten af. Laten we niet vergeten dat ook deze genocide heeft plaatsgevonden. Dit album kan gezien worden als een waardig eerbetoon aan de slachtoffers van de Armeense genocide en aan de generaties erna voor wie het leed heden ten dage nog voelbaar is.

The Serpent and The Crane bandcamp

Aram Bajakian website

Alan Semerdjian website

Grandchildren of Genocide, 2020 from kevork Mourad on Vimeo.