Rough Trade, 2019

“Don’t believe the hype”, scandeerde Public Enemy eind jaren tachtig al. De kreet ten spijt, stikt het er anno 2019 nog steeds van. Vooral in Engeland leren ze het nooit en kunnen ze er wat van: zodra een jong bandje een scheet kan laten, wordt dat alom bejubeld en al gauw gesproken over the next big thing. Meestal is dat volkomen onterecht, maar soms moet ook scepticus Opduvel toegeven dat de aandacht, al is die overdreven, verdiend is.

black midi is zo’n band waarvoor het laatste geldt. Vier jonge gasten die op dezelfde school, de BRIT School in de Londense wijk Croydon, zaten als waar Adele en Amy Winehouse ooit vertoefden. black midi lijkt echter in niets op die twee artiesten. De meest eigenwijze bands komen normaliter ook niet van een ‘rockschool’, maar leren de kneepjes van het vak in de kelder, de oefenruimte of op kleine podia.

Bij het luisteren naar het debuut van black midi, zou je zonder voorkennis vermoeden met zo’n autodidactische band van doen te hebben, al verraadt de instrumentbeheersing van het viertal hun scholing. Daar hebben de vier heren dan een flinke portie koppigheid, karakter en gekkigheid aan toegevoegd en dat is wat Schlagenheim tot een opwindend album maakt. black midi houdt zich niet in, maar gaat ervoor en doet dat met volle overtuiging.

De combinatie van stijlen die de Londense band soms hanteert, is een gewaagde, maar de groep kan er keer op keer mee uit de voeten. De muzikanten draaien er hun hand niet voor om om het zaakje flink te laten ontsporen of om een afslag naar links of rechts te nemen. Je zou zeggen: uiteindelijk komt alles op zijn pootjes terecht, maar dat is helemaal niet nodig bij deze muziek: als de gekkigheid toeslaat, laat de band dat lekker gebeuren.

De muziek van black midi heeft raakvlakken met mathrock, maar tegelijkertijd klinkt daarin de nonchalance van, pak ‘em beet, Trumans Water in door. De opbouw van de songs is onvoorspelbaar en structuren zijn er om overhoop gegooid te worden. Toch ontaardt de muziek uiteindelijk niet in chaos; hier is een jong viertal met zoveel beheersing aan het werk, dat het zich kan veroorloven met de nodige bravoure buiten de gebaande paden te treden. De band doet dat niet ingehouden maar wel gedoseerd.

Hoekige ritmes, dissonante elektrische gitaren, tempowisselingen, een geniale drummer, akoestische gitaren, een rustpunt, een memorabele riff, een ontsporing en een acceleratie: we hebben het hier pas over de eerste vier minuten van opener ‘953’. Er zit een nerveuze dadendrang in de songs en de muziek zit boordevol details. Zo duikt ergens een banjo op (‘Western’), of een vrouwenstem (‘bmbmbm’), wordt ‘Speedway’ voorzien van exotische percussie en imponeert drummer Morgan Simpson met razendsnel spel op de snaredrum in ‘Reggae’. Spanning wordt omgezet in furieuze gekte in ‘Near DT, MI’ en in het lange ‘Western’ komt zoveel muzikaliteit voorbij dat het bijna doet duizelen.

Wie van strak omkaderde en stijlvaste muziek houdt, is bij black midi aan het verkeerde adres, en dat geldt ook voor degene die zijn muziek graag catchy heeft. De Londenaren doen niet aan hokjes, hebben schijt aan verwachtingspatronen en schudden de verschillende elementen schijnbaar achteloos maar toch ook vaak precies uit de mouw. De vraag is wat de toekomst brengt, maar voor nu is black midi een heerlijk bandje.

black midi facebook