Whyplayjazz, 2019
Hoe blijf je binnen het jazzidioom verrassen? Op die vraag is natuurlijk geen eenduidig antwoord te geven, maar Philipp Gropper weet met zijn band Philm tot een eigen en zeer bevredigend antwoord te komen. De muziek van dit kwartet is levendig, modern en origineel, terwijl de muziek toch keurig past binnen de klassieke opvatting van wat jazz zou moeten zijn. De verrassing zit in de combinatie van complexiteit, ritmische souplesse en hecht samenspel waarbinnen ruimte bestaat voor persoonlijke expressie.
Gropper is een in West-Berlijn geboren tenor- en sopraansaxofonist en componist. Met Philm maakte hij inclusief het nieuwe album en het vorig jaar verschenen live-album Live at Bimhuis vijf platen, maar hij werkte ook samen met onder andere Christian Lillinger en Ronny Graupe (als Hyperactive Kid), Rudi Mahall, Andreas Lang en Kasper Tom Christiansen (als Fusk), Wanja Slavin Lotus Eaters, Kaja Draksler en Mads La Cour. Philm heeft niet altijd dezelfde samenstelling, maar de bezetting is sinds het live-album van vorig jaar hetzelfde gebleven.
Pianist en synthspeler Elias Stemeseder is een Oostenrijkse muzikant die via Berlijn naar New York is verhuisd en daar intensief heeft samengewerkt met drummer Jim Black. Daarnaast werkt of werkte de toetsenist ook met John Zorn, Greg Cohen, Anna Webber en Robert Landfermann. Laatstgenoemde is in Philm de contrabassist. Landfermann is afkomstig uit Bonn en hij heeft zijn eigen quintet, waar Stemeseder ook deel van uitmaakt. De lijst met collaboraties van de bassist is lang en bevat onder meer de namen van Simon Nabatov, Chris Potter, Christian Lillinger, Tomasz Stanko, Lee Konitz, Yo-Yo Ma, Peter Evans, Nels Cline, Tom Rainey, Ingrid Laubrock en Tobias Delius.
Oliver Steidle is de drummer van dienst, en ook dat is een ervaren muzikant. Met de onvolprezen Peter Brötzmann vormt hij een duo, evenals met Ignaz Schick (als Ilog), maar hij maakt ook deel uit van onder andere Soko Steidle, Tama Trio, Oliwood, Der Rote Bereich, Klima Kalima, Die Dicken Finger, Field en HDRS. Onlangs verscheen van Oli Steidle & The Killing Popes de cd Ego Pills. Daarop is Gropper een van de gastmuzikanten.
Er is heel wat ervaring aanwezig in Philm, maar het gaat hier niet om een oud gezelschap; de muzikanten zijn eind dertig en begin veertig. Zij hebben de nodige muzikale invloeden tot zich genomen en dat resulteert hier in een band die met ogenschijnlijk gemak de soms aardig ingewikkelde muziek van Gropper ten gehore brengt. De composities van de saxofonist, die zich op Consequences beperkt tot tenorsax, zijn complex maar niet ontoegankelijk. De muziek bevat avant-gardistische elementen, maar de band voegt aan de speelse experimenteerdrift de nodige warmte toe. Het zijn twee schijnbare tegenstellingen die het beluisteren van het album tot een intensieve en spannende belevenis maken.
Philm speelt moderne jazz, ook al is de bezetting klassiek te noemen. Eigenwijs is de muziek ook, want Gropper trekt zich niet zoveel aan van geijkte opvattingen of jazzconventies. De muziek gaat zijn eigen weg, maar waaiert niet te veel uit. Het geluid blijft compact, ook al zijn de stukken vrij lang. Het spel is strak maar speels en virtuoos maar niet te clean. Philm is gewoon een hechte band met muzikanten die elkaar door en door kennen en daardoor iedere afslag, ongeacht de richting, zonder enig probleem nemen, om vervolgens gezamenlijk nieuw terrein te verkennen. Dat alles binnen de kaders van Groppers composities.
Gropper toont zich op dit album geen ‘power’-saxofonist. Zijn toon op de tenorsax is meestal niet heel breed of robuust en zijn spel is gevarieerd, met veel gevoel voor melodie en ritme maar ook voor experiment. De meeste indruk maakt de saxofonist in het hoge register, waarin hij vrij vaak in de weer is en voor een tenorsaxofonist soms opvallend licht klinkt. De afwisseling tussen piano en synth van Stemeseder zorgt voor wisseling van klankkleur. De pianist vindt zijn ruimte tussen het spel van de sax en de ritmesectie en de pianoriedels zijn speels en geven de muziek warmte. De contrabas van Landfermann had wellicht iets prominenter in de mix geplaatst kunnen worden, dan zouden zijn genuanceerde baslijnen beter tot hun recht zijn gekomen.
Speciale aandacht verdient de ritmiek. De muziek staat vaak in oneven maatsoorten. De ritmiek gaat daarom vrijwel nooit recht vooruit, maar is hoekig en gecompliceerd. Een voorname rol is daarbij weggelegd voor drummer Steidle. Hij is in de transparante stukken duidelijk hoorbaar en drukt zijn stempel met gevarieerd spel op toms en bekkens. Ritmes donderen soms in elkaar of veranderen van richting, zonder dat een van de muzikanten een krimp geeft. In opener ’32 Cents’ komt het nooit tot een vastomlijnd ritme, terwijl in ‘Consequences (Part 1)’ het ritme regelmatig stokt.
Ondanks de complexiteit van de muziek, klinkt die nergens geforceerd of gekunsteld. Wel is het vaak moeilijk te onderscheiden waar compositie eindigt en improvisatie begint en andersom. Wellicht lopen beide disciplines bij Philipp Gropper’s Philm gewoon door elkaar. Hoe dan ook, Consequences is een prachtig jazzalbum: compositorisch complex, improvisatorisch inventief en ritmisch ijzersterk. De nadruk ligt op het groepsgeluid, waarbinnen de groepsleden hun individuele kwaliteiten kunnen tonen. Moderne jazz in optima forma.