Conrad Sound, 2019
Op 1 januari van dit jaar verscheen Oslo Janus (IV) van het Noorse trio MoE. Op dat moment was men net terug uit Mexico en stond men aan de vooravond van een tour in China. In Mexico kreeg het drietal gezelschap van altsaxofoniste Mette Rasmussen, Deense van geboorte maar opererend vanuit Noorwegen. De samenwerking tussen deze muzikanten is geen eenmalige, want MoE + Mette Rasmussen hebben vorig jaar ook een album opgenomen dat nu wordt uitgebracht op cd.
Daar mogen we blij mee zijn, want het trio en de saxofoniste lijken voor elkaar gemaakt. En wie naar Tolerancia Picante luistert begrijpt ook het doel: de barrière tussen noiserock en freejazz slechten. Nu is dat op zich geen unicum, maar met MoE en Rasmussen hebben we wel te maken met uitzonderlijke muzikanten die niet wars zijn van het maken van een flinke bak herrie en bij wie het woord ‘structuur’ in schots en scheve letters wordt geschreven.
Moe bestaat uit uit Guro Skumsnes Moe (bas en vocalen), Håvard Skaset (gitaar) en Joakim Heibø Johansen (drums). In de muzikale output van het trio ligt de ene keer de nadruk op min of meer gestructureerde rock (Examination Of The Eye OF A Horse), de andere keer op losse, richting freejazz bewegende muziek (de Oslo Janus-serie), en weer een andere keer op noise, zoals op het vorig jaar verschenen prachtalbum Capsaicin, waarop MoE samenwerkt met Lasse Marhaug, die nu tekent voor de mastering en het cover design.
Rasmussen ontpopt zich steeds meer als een radicale muzikant die zich steeds verder van de middenweg afscheidt in plaats van ernaartoe beweegt. Met hetzelfde gemak speelt zij samen met muzikanten als Chris Corsano, Paul Flaherty, Tashi Dorji en Tyler Damon, als ook met Godspeed You! Black Emperor en Cocaine Piss. Het maakt haar een van de meest interessante hedendaagse saxofonisten, te meer omdat haar spel tegelijkertijd zowel creatief, noisy als scherp kan zijn.
En daarom is de samenwerking met MoE zo’n fijne, want hier zijn vier muzikanten aan het werk die muzikale vrijheid hoog in het vaandel hebben staan en dat niet zozeer uiten in het aftasten van elkaars mogelijkheden, maar door er gewoon vol voor te gaan. De elf composities/improvisaties die Tolerancia Picante telt zijn zeker niet structuurloos, maar de stevige rock krijgt een flinke injectie freejazz en noise en dat leidt tot helse – en voor de liefhebber dus hemelse – resultaten.
Het begint meteen goed in de titeltrack met een zwaar ronkende bas en een ‘dronende’ gitaar, waarna de a-ritmische drums en de nu nog cleane lijnen spelende sax zich in het strijdgewoel mengen. Het is vrij spel voor eenieder en dat is de Noren en de Deense wel toevertrouwd. De vocalen van Skumsnes Moe horen we voor het eerst in ‘City Boy’, dat iets meer gestructureerd is maar ook los en nonchalant in elkaar steekt. Op een hoekig ritme mogen gitaar en sax improviserend tekeer gaan, terwijl Skumsnes Moe met haar aantrekkelijke stem de tekst met gevoel declameert en de bas hard doordreunt.
Een staaltje agressief saxofoonspel met gevoel voor melodie horen we in ‘Crystal Dancer’. Die agressie wordt door MoE overgenomen en de van aanvang aan intense muziek gaat steeds verder over de top, helemaal wanneer Rasmussen op haar sax hoog gaat gillen. Vocaal probeert Skumsnes Moe met korte zinnen over het muzikale geweld heen te komen.
De eerste drie tracks zijn overdonderend, maar rust krijg je niet van MoE en Rasmussen. De nummers volgen elkaar zonder pauze op en hoewel ze onderling duidelijk van elkaar verschillen, is de intensiteit in alle stukken enorm. In ‘Introduction’ leggen bas en gitaar een onrustige drone, als een onderaards geraas, terwijl Heibø Johansen en Rasmussen de vrije rol hebben en nemen. In het laatste gedeelte giert de altsax over de zware muzikale ondergrond heen. Man, wat een héérlijke bak herrie.
Iets meer lucht bevat het vocale ‘Strangle, Strangle, Strangle…’, maar de muziek blijft met zoveel spanning geladen dat even bijkomen er niet bij is. De lange noten van de gitaar en de krachtige stoten van de sax drijven het adrenalinepeil op tot abnormale hoogte. Dat het viertal ook strak in het gelid kan spelen, wordt bewezen met het strakke ritme van ‘This Is Who We Are’. Lang houden ze het niet vol, want na zo’n anderhalve minuut wordt het ritme vakkundig ontregeld.
Daarna volgt met ‘I Carry The Mother’, ‘Violently Passive’ en ‘Story Of A NO!’ een driedelige suite. Het is de meest dwarse, gewelddadige en kakofonische suite die Opduvel ooit gehoord heeft. Prachtig zijn de lange dronelijnen van de gitaar samen met de hoge kreten van Skumsnes Moe in het eerste deel, de zware bas- en gitaardrone in het onheilspellende tweede deel en het grote bereik dat Rasmussen laat horen op haar altsax in het apocalyptische derde deel. Maar het kan nog veel extremer: ‘Shardrach, Meschach Abedneo’ is een complete kakofonie waarin MoE en Rasmussen volledig over de rooie gaan, instrumentaal en vocaal. Het korte ‘Ask’, tot slot, drijft op een gitaarriff en is pure noiserock, zonder echte jazzinjectie.
Het is even bijkomen nadat Skumsnes Moe met het woord ‘Ask’ het album besloten heeft. Het is niet zomaar een bak lawaai die MoE en Rasmussen de luisteraar voorschotelen, het is emotioneel geladen muziek die je keihard weet te raken, in je hoofd, hart en onderbuik. Soms bevinden de muzikanten zich op het randje van het waanzinnige, maar het losse muzikale bouwwerk dondert nooit helemaal in elkaar. Tolerancia Picante is een overdonderende en formidabele plaat.