Narrominded, 2019

Na de in het najaar van 2017 verschenen lp Cielo is het aan het releasefront even stil geweest rondom het duo Glice, maar dat wordt dubbel en dwars goedgemaakt met de uitgave van twee cassettes: Fleisch III en Dear Body, waarbij de laatstgenoemde release een samenwerking is met Coen Oscar Polack, labelbaas van Narrominded, waar beide cassettes zijn verschenen.

Glice bestaat uit Ruben Braeken (Katadreuffe, Apneu, Paralympics) en Melle Kromhout (Fata ‘el Moustache’ Morgana). Kromhout heeft zich daarnaast als wetenschapper beziggehouden met de invloed van noise in geluidsopnamen. Wat dat betreft zal Glice een goed studie-object zijn geweest, want noise in brede zin is een belangrijk onderdeel van de muziek die het duo maakt.

Glice – Fleisch III

De muziek die Glice maakt is niet zo makkelijk te duiden. Oké, ambient en drone is een belangrijk onderdeel, maar het daarbij laten zou gemakzuchtig zijn. De noisy soundscapes lijken te worden gemaakt door het onderzoeken van klanken, niet vooraf maar tijdens het (live) spelen. De muziek houdt daardoor iets spontaans en dat werkt verfrissend. Geluiden is waar het om gaat en de mogelijkheden zijn, binnen de context waarbinnen het duo opereert, legio.

Fleisch is een serie waarin Glice live-opnamen manipuleert en samenvoegt. Zo ontstaan nieuwe werken, geluidsbouwwerken die spontaan zijn ontstaan maar door de beide heren zorgvuldig zijn aangepast en bewerkt totdat ze in definitieve vorm zijn vastgelegd. Twee van die werken zijn te vinden op Fleisch III.

Aan de ene kant van de cassette vinden we ‘Auto-da-fé/Montvoisin/Bawon Samedi/Traduttore, traditore!’ Het is een stuk waarin Kromhout en Braeken spelen met dynamiek, met stemmen en uiteraard met elektronica. De sfeer heeft constant iets dreigends, waarbij de intensiteit toe- en afneemt, en op sommige momenten krijgt het werk door de inbreng van stemmen iets plechtigs. Verderop wordt juist een onheilspellende sfeer gecreëerd door een vervormde mannelijke stem. En niet alleen daardoor: de geluiden komen van overal, maar vooral vanuit hoeken en gaten waar je niet wilt dat ze vandaan komen. Glice grijpt je vast, laat niet meer los en je lot is bezegeld. Tegen het einde van het precies een half uur durend stuk gaat de dreiging over in regelrecht sonisch geweld.

De soundscapes van Glice zijn altijd een intensieve luisteraangelegenheid en op Fleisch III geldt dat helemaal. De geluiden zijn vaak moeilijk thuis te brengen en dat zorgt ervoor dat een beroep wordt gedaan op het voorstellingsvermogen van de luisteraar. De titels geven echter enig houvast en dan is wel duidelijk dat we in het eerste werk niet met de zachtaardige kanten van het geloof en het menselijk bestaan van doen hebben, maar met straffen voor ketterij, satanisme en voodoo. En met het Italiaanse spreekwoord dat ‘een vertaler is een verrader’ betekent. Opduvel neemt aan dat de criticus het op zichzelf mag betrekken.

Het tweede stuk is getiteld ‘Gangasrotogati/Spielrein/Agathoergi’ en is heel anders van aard dan het eerste, al is de constante dreiging een belangrijke overeenkomst. Vooral in het eerste deel is het stuk gelijkmatiger dan het eerste werk en wordt de ondergrond gevormd door een straffe donkere beat die onder de verschillende geluidslagen wordt gelegd. Sterke troef van Glice is dat de soundscape altijd iets transparants houdt; zelfs in de meest noisy passages zijn de verschillende geluiden goed te onderscheiden. De muziek wordt geen brij. De manier waarop het duo vanaf ongeveer minuut tien tot aan minuut twintig de spanning laat toenemen, is bijna ondraaglijk. Dat gebeurt met griezelige geluiden in de diepte, een hoge zwevende toon daarboven en elektronische onheilstijdingen daartussenin.

Glice houdt je op Fleisch III exact een uur lang in zijn greep. Langer zelfs, want je blijft nieuwsgierig naar de herkomst van de geluiden, naar het verhaal dat achter al die geluiden schuil moet gaan en dat je deels zelf moet invullen. Nergens verslapt de aandacht doordat de dreiging aanhoudt en beide stukken een zeer spannende luisterervaring vormen.

Glice & Coen Oscar Polack – Dear Body

Labelbaas Coen Oscar Polack is als muzikant te vinden in Living Ornaments, Psychon en Psychon Troopers. Ook bracht hij muziek uit samen met Herman Wilken. Eerder werkte hij met Glice samen op Race To The Bottom, dat begin 2017 verscheen.

Zet Polack bij Glice en je hebt direct een andere dynamiek. Zo zijn in ‘Shoot The Messenger’ invloeden uit de vrije improvisatie te horen en niet alleen doordat Polack saxofoon speelt. De onderlaag wordt gevormd door een noisegitaar die op de achtergrond heen en weer racet, terwijl een vrediger elektronische laag daarboven zijn plek vindt. Waar op Fleisch III de soundscapes aardedonker klinken, daar is dit eerste stuk opvallend licht van kleur. De verschillende lagen zweven over en langs elkaar heen en de spanning zit nu niet in het onheilspellende maar in het onvoorspelbare.

Het samenspel tussen de elektronica, de elektronisch bewerkte geluiden en stemmen en de saxofoon maakt dat ‘Shoot The Messenger’ een veelkleurig werk is dat van gedaante verandert en steeds de nieuwsgierigheid blijft prikkelen. Het drietal weet met steeds weer nieuwe geluidsvondsten, elektronisch en akoestisch (er zijn zelfs kikkers te horen) de koers te verleggen zodat de stroom van geluiden nooit verveelt.

In het begin van ‘Dear Body’ lijkt het trio een bouwwerk in elkaar te solderen of smeden en even later vliegen de geluiden je als harde windvlagen om de oren, onderweg allerlei voorwerpen meesleurend die op hun beurt weer geluiden voortbrengen. Hier wordt een spel gespeeld met geluiden dat niet voor de zachtmoedigen is bedoeld. Het is niet één verhaal dat Glice en Polack vertellen, van de verhaallijn wordt afgeweken en het muzikale avontuur gaat ineens een andere kant op. Toch houdt het drietal de zaken bij elkaar, want nergens klinken de overgangen volstrekt onlogisch of bizar.

Bizar is wel het arsenaal aan geluiden die het stuk bevolken. Waan je je in een futuristische wereld, dan plaatst Polack met zijn saxofoon je weer met beide benen op aarde. En als je je daar thuis voelt, dan wordt met een paar zware dreunen een sinister landschap voor je geestesoog getoverd. Ook in ‘Dear Body’ klinken vervormde stemmen, niet als vocalen maar als instrumenten. De apotheose, waarin een gitaar lijkt te worden mishandeld, is luidruchtig en nietsontziend.

Met Dear Body weten Glice en Polack een heel andere, iets minder duistere maar niet minder intense muzikale wereld op te roepen dan Glice op Fleisch III doet. Overeenkomst is dat op beide cassettes sprake is van intense luistertrips waarbij je geen moment rustig achterover kunt leunen of je aandacht kunt laten verslappen zonder het gevoel te hebben iets essentieels te hebben gemist. Uiteindelijk gaat het allemaal om het experimenteren met geluiden, met noise, en daar zijn Glice én Glice en Polack meesters in. Horen is geloven.

Fleisch III bandcamp

Dear Body bandcamp