Creative Sources, 2017

In de geïmproviseerde muziek is een niet-alledaagse bezetting meestal meer dan alleen een curiositeit, al vallen de labels ‘interessant’ en ‘bijzonder’ er vaker op te plakken dan ‘mooi’ of ‘spannend’. Dat zou je vooral denken als een van de instrumenten een kerkorgel is, een groot en log gevaarte dat majestueus kan klinken, maar geen instrument waarmee normaliter een gevoelige snaar wordt geraakt.

Dat het anders kan, bewijst het drietal Per Gärdin, Pedro Lopes en Rodrigo Pinheiro op History of The Lisbon Chaplaincy. Niet dat het kerkorgel ineens een toonbeeld van muzikale warmte is, maar daar staan spanning en vindingrijkheid tegenover. Verantwoordelijk daarvoor is Pinheiro, een Portugese pianist en organist die onder andere speelt in het RED Trio en ook met onder andere John Zorn, Joe McPhee, John Butcher en Nate Wooley samenwerkte.

Het niet-alledaagse van dit trio betreft ook de draaitafel-percussie van de eveneens Portugese Lopes. Hij bespeelt met zijn instrument geen platen of dubplates, maar gebruikt de draaitafel als volwaardig percussie-instrument, daarbij gebruik makend van allerhande voorwerpen. De twee Portugezen worden vergezeld door de Zweedse saxofonist Per Gärdin, die in het verleden werken uitvoerde van componisten als Cornelius Cardew en Terry Riley, maar die als improvisator zijn sporen ook ruimschoots heeft verdiend. Hij werkte onder andere samen met Harris Eisenstadt, Mark Sanders, Ricardo Tejero en het RED Trio.

History of The Lisbon Chaplaincy is een registratie van een liveconcert dat het trio gaf op 29 september 2013 in de St. George’s Church in Lissabon. Het betreft één lange improvisatie van ruim drieënveertig minuten. Het is geen makkelijke kost die de Portugezen en Zweed de luisteraar voorschotelen, maar de aparte en originele combinatie van instrumenten en het inventieve en gedurfde spel zorgen voor een luistertrip die avontuurlijk en spannend is.

Gärdin speelt sopraan- en altsaxofoon en zijn spel ademt een zekere rust, ook wanneer hij snel speelt. Opvallend is dat de saxofonist veelvuldig hoge noten speelt. Zijn klank is niet groot maar juist klein en dat contrasteert met het enorme instrument waar Pinheiro op speelt. De rol van solist rust niet op een van beide muzikanten, maar wordt door beiden op zich genomen. Daar tussendoor laveert Lopes met subtiel percussiespel. Zonder het te zien is niet na te gaan welke vondsten de Portugees bedenkt en uitvoert, maar het betreft zeker geen doorsnee percussiespel.

Op het eerste gehoor trekken Gärdin en Pinheiro de meeste aandacht, maar de rol van Lopes moet niet onderschat worden. Hij legt geen solide basis, maar weet met bedachtzame ingevingen kleur te geven aan de avontuurlijke muziek. Pinheiro bewijst dat een kerkorgel niet zo’n eenzijdig instrument is als vaak wordt gedacht. Erg fraai is de drone die hij na zo’n zes minuten neerlegt, waar Gärdin overheen lijkt te vliegen op sopraansax. Nadat de drone wegsterft horen we klankschalen van Lopes en even later stenen die tegen elkaar worden geslagen, zo lijkt het althans. Het kerkorgel zwijgt even en Gärdin speelt ijle klanken, die even later door Pinheiro worden overgenomen.

Het eerste gedeelte van History of The Lisbon Chaplaincy is simpelweg mooi te noemen, maar daarmee zijn we er niet. Met name Pinheiro weet verderop in het stuk onbehagen te creëren door het kerkorgel dissonante klanken te laten voortbrengen, al dan niet in samenwerking met Gärdin en Lopes. In de moed om met name met het kerkorgel soms gewoon lelijk te spelen zit het gedurfde element van deze muziek en het maakt ook dat dit album niet steriel klinkt maar juist de nieuwsgierigheid van de onbevooroordeelde luisteraar blijft prikkelen.

Tegenover de dissonantie staat dat Gärdin de muziek weet te verrijken door regelmatig lyrisch uit de hoek te komen. Zijn spel is melodieus en klinkt nergens geforceerd; kracht is niet nodig om muzikaal volledig te overtuigen. Vermeldenswaard is ook de hele hoge noot die na circa zesentwintig minuten de basis vormt waar omheen wordt gemusiceerd. Het is een van de spannendste momenten op een album waarop sowieso bijna achteloos muzikale spanning wordt gecreëerd, tot aan het einde toe.

In handen van Gärdin, Lopes en Pinheiro is de ongebruikelijke combinatie van saxofoon, kerkorgel en draaitafel-percussie zeker geen gimmick. De Portugezen en Zweed beproeven de mogelijkheden van de instrumenten individueel en van het samenspel in deze bezetting. Dat leidt tot een lange, veelzijdige improvisatie die meer doet dan bewondering wekken. De muziek werkt ook op het gevoel, straalt een zekere melancholie maar ook levenslust uit. History of The Lisbon Chaplaincy is dus niet alleen een interessante vrije improvisatieplaat, maar ook een hele mooie.

History of The Lisbon Chaplaincy bandcamp

Per Gärdin website

Pedro Lopes website

Rodrigo Pinheiro website