Creative Sources, 2017

Een bijzondere samenwerking van twee Tilburgse muzikanten: Frank Crijns en Jacq Palinckx. Beiden zijn gitarist, componist en improvisator. Crijns verraste een paar maanden geleden met de cd Shade of Impulse, een experimenteel, ongrijpbaar, ambientachtig werk dat afwijkt van het voorgaande werk van de Tilburgenaar. Nu is dat niet helemaal vreemd, want Crijns wenst zich niet te beperken qua muzikale uitingsvormen. Zo is hij gitarist van Blast en Betonfraktion, maar schrijft hij ook voor (modern klassieke) ensembles en solisten. Drie jaar geleden verscheen de cd [B]ONE, een mooie staalkaart van compositorisch werk van Crijns.

Jacq Palinckx is natuurlijk de gitarist van de band Palinckx, een eigenwijs gezelschap (met daarin ook broer Bert) dat rock, jazz, avant-garde, noise en allerlei andere muziekstromingen wist te verwerken in zijn eigenzinnige sound en samenwerkingen aanging met uiteenlopende gezelschappen, muzikanten en theatermakers. Daarnaast is Palinckx ook beeldend kunstenaar. Tegenwoordig speelt hij in VLEK, naast hem bestaande uit Bert Palinckx (bas), Jeroen Doomernik (trompet), Hans Sparla (trombone), Edward Capel (alt- en sopraansax, altklarinet), Bart van Dongen (keyboards, synthesizer) en Pascal Vermeer (drums).

Dat Crijns en Palinckx elkaar treffen, is niet zo verwonderlijk, want hoewel hun muzikale verrichtingen allerminst samenvallen, hebben zij beiden een open geest als het om muziek gaat en zijn zij beiden in staat invloeden uit verschillende hoeken te absorberen en vervolgens op hun eigen manier weer te geven. Dat maakt Fraqx bij voorbaat veelbelovend en gelukkig worden de verwachtingen volledig ingelost.

Als het om de kwaliteit van het gebodene gaat, tenminste. Gelet op de uiteenlopende richtingen die de muziek van Crijns en Palinckx op kan gaan, is moeilijker voorspelbaar welke uitingsvorm voor het samenwerkingsverband wordt gekozen. Dat blijkt instant composing te zijn. Beide muzikanten spelen op het album elektrische gitaar en manipuleren de geluiden van hun instrumenten met effecten en hulpmiddelen. Daarmee wordt een wonderlijk, lawaaiig muzikaal universum geschapen waarin het goed toeven is.

Gelukkig houden de beide heren niet van gepiel op de vierkante millimeter. Verwacht dus geen solo’s of andere vormen van expressie van het technisch vernuft van de muzikanten. Dat we hier te maken hebben met twee uitzonderlijke gitaristen, spreekt vanzelf en blijkt meer dan voldoende uit de manier waarop Crijns en Palinckx, gezamenlijk improviserend, tot prachtige resultaten komen, al zit de muzikale schoonheid hem vaak in het tegendraadse.

Fraqx telt zeven stuken, in lengte variërend van zeven seconden tot bijna dertien minuten. De gitaarklanken zijn ruw, ongepolijst, en hebben regelmatig een gemeen randje. In het eerste gedeelte van ‘Fraqx II’ wordt de noisekaart getrokken. De gitaren schuren langs elkaar heen en de akkoorden zijn venijnig, maar Crijns en Palinckx waken ervoor slechts dissonante tonen te produceren. Mooi is de lange toon, bijna tegen feedback aanzittend, die na circa twee minuten opduikt. In het laatste gedeelte van het stuk worden lage tonen gespeeld, alsof een van de twee gitaristen een basgitaar heeft omgehangen. Wie welke klanken produceert is overigens niet te achterhalen. Het doet er ook niet toe, want het is het samengaan van het gitaarspel waar het hier om gaat.

‘Fraqx III’ klinkt mysterieus door de vervreemdende klanken die worden gespeeld, waarbij je je constant afvraagt of die echt van een gitaar afkomstig zijn. Het veelvuldig gebruik van effecten en objecten lijkt hier de muzikale koers te bepalen. Aan het einde wordt onderhuidse spanning gecreëerd, alsof iets ondefinieerbaars van buiten een bedreiging vormt. De noise is volop terug in ‘Fraqx IV’, waarin de gitaren voluit openstaan en de klanken langs elkaar heen schurken. Mooi is hoe de muzikanten tegelijkertijd overgaan naar een ambientachtige passage waarin aftastend wordt geïmproviseerd, een enkele gierende uitspatting daargelaten.

Dat het duo ook in langere stukken weet te boeien, wordt bewezen met ‘Fraqx V’. Het stuk doet futuristisch aan en de spanning die wordt gecreëerd is bijna ondraaglijk. Je waant je op een andere planeet, tussen vreemdsoortige wezens waarvan al snel duidelijk is dat ze je niet goed gezind zijn. Hoe kan het ook als de geluiden worden geproduceerd door twee gitaristen die niet doen aan zoetgevooisde klanken. De uitbarsting na een dikke zes minuten is gewelddadig en meedogenloos. Als de gitaarstorm luwt, blijkt een slagveld aangericht. Het laatste gedeelte van ‘Fraqx V’ lijkt op een zoektocht naar overlevenden.

Een lage grondtoon dient als basis voor ‘Fraqx VI’, dat weer ambient-terrein opzoekt, al is de sfeer onrustig en dreigend. In het tweede deel valt de grondtoon weg en klinkt het gitaarspel zoekend. ‘Fraqx VII’ tot slot, is een miniatuurtje van enkele seconden. Daarmee wordt een cd afgesloten waarop noisy experimenteerdrift, originele vondsten en spannend geïmproviseerd samenspel de hoofdmoot vormen. Twee gitaren met wat effecten en hulpmiddelen in de juiste handen, te weten die van Crijns en Palinckx, dat is alles wat nodig is voor een enerverende en intrigerende luisterervaring.

Fraqx bandcamp

Frank Crijns website

Jacq Palinckx website