Eigen beheer, 2020
Vorig jaar verscheen van Burial Grid het album My Body Dissolves as I Watch and Dissolve. Achter de naam Burial Grid gaat de muzikant Adam Michael Kozak schuil. Hij onderzoekt – naar eigen zeggen – de waarneming van de zintuigen en de veelheid aan emoties die hij zich kan voorstellen op het moment dat de mens fysiek overlijdt. De muziek op het album gaat ook over het samenvloeien van emoties die we ervaren als ons ego sterft en we onszelf objectief bezien, zoals anderen ons zien, niet gekleurd door onze eigen vooringenomenheid. Kozak heeft een horrorfascinatie en ook die komt naar voren op dat intrigerende album van vorig jaar.
Kozak is bevriend met schrijver B.R. Yeager. Van hem verscheen in maart van dit jaar de roman Negative Space. Het is een moderne horror-roman, spelend in deze tijd, die handelt over een stroom van zelfmoorden in een kleine stad in de staat Massachusetts, waarbij coming of age, jeugdtrauma’s, occultisme, seksualiteit, drugsgebruik, rituelen, hallucinaties en mortaliteit een rol spelen en waar de grens tussen de realiteit van deze wereld en een parallel universum flinterdun is en overschreden wordt. De realiteit verandert, en wat gebeurt er na de dood? Gelet op Kozaks drijfveren bij het maken van zijn muziek is het eigenlijk niet verwonderlijk dat de muzikant en de schrijver vrienden zijn.
Het album Negative Space is de muzikale evenknie van de roman. Kozak heeft, na het lezen van de roman, zijn visie op de veranderde realiteit omgezet in tien bij elkaar horende muziekstukken. Dat levert een album op dat ook zonder dat je het verhaal kent, imponeert. Burial Grid onderscheidt zich duidelijk van de gemiddelde dark ambient-muzikant. Zijn muziek is niet gitzwart en heeft vaak geen donkere tonen of klankkleuren nodig – daartoe beperkt hij zich tenminste niet – om een sombere stemming of onheilspellende sfeer te creëren. Er zit licht in de door synths gedomineerde muziek. En toch is het huiveringwekkend.
Om zijn muziek te creëren, gebruikt Burial Grid een arsenaal aan synthesizers, percussie en veldopnamen. De elektronische klanken overheersen. In een interview verklaarde Kozak dat hij een balans wilde vinden tussen de drie hoofdtonen die hij uit de roman haalde: desoriënterend, angstaanjagend en diep somber. Daarin is hij geslaagd. De emotie die gedurende het hele album naar voren komt is droefgeestigheid, maar de muziek klinkt bij tijd en wijle ook naargeestig, terwijl de desoriëntatie zit in het ongrijpbare dat de muziek in zich draagt: je krijgt er nooit helemaal vat op en je geest moet aan het werk om je een beeld te vormen van wat er gaande is.
Dat wil overigens niet zeggen dat de muziek van Burial Grid abstract is. Integendeel. Er is ruimte voor melodische lijnen, ritmische patronen en emoties terwijl de muziek toch ook ambient-achtig klinkt. Met glijdende klanken wordt direct een vervreemdende sfeer geschapen in opener ‘Like Veins or Vines’. Een melodieus motief wandelt door het stuk heen en de hoofdmelodie klinkt daar licht overheen. Percussieve accenten doen de rest. De muziek klinkt bijna luchtig. Bijna, want er zit een onheilstijding in de muziek, wat duidelijk wordt als in het tweede gedeelte zware klanken worden toegevoegd en de dreiging de overhand neemt. Het omslaan van de sfeer heeft een sinister effect. De muziek is rijk aan klanken en klankkleuren, en dat in nauwelijks vier minuten.
‘The Woman Buried Beneath the Candle’ is gebouwd op een melodieus/ritmisch patroon, waarop andere melodieën en klanken worden gelegd. Het naargeestige zit in een lange synth-lijn die door de muziek geweven wordt. Heel anders klinkt ‘A Poltergeist Drug’, dat met stappende percussie begint. Die constante stappende beweging heeft iets onontkoombaars en samen met de vreemd aandoende melodie zorgt dat voor een unheimisch gevoel. Wanneer het tempo stilvalt en geluiden van vogels te horen zijn, is het of je ontwaakt uit een hallucinatoire trip. ‘Hums and Strings’ opent met een slag op een klankschaal. De synths suggereren gezang, onheilspellende geluiden bewegen zich rondom je en de melodie mag dan wel bedaard klinken, het gevoel dat iets je vijandig gezind is blijft aanwezig.
‘There Are Worse Things in This World’ vervolgt en het wordt duidelijk dat Burial Grid je langzaamaan meesleurt naar duistere gebieden. Maar ook hier klinken lichte melodieën, alleen gaan die gepaard met indringende drones, tromslagen en verschillende zwevende geluiden. In ‘All The Way Wet’ vormt een gelaagde drone de basis, klinken glitches daaromheen en is de synth-melodie traag. De geestestoestand lijkt nu echt te wankelen. Voor ‘The Rags Had a Face’ wordt een airconditioner gebruikt. Door daar een microfoon voor te bewegen, wordt een faseringseffect gecreëerd. De elektronica klinkt nu aardedonker en het is alsof de definitieve overstap naar een duister universum wordt gemaakt. Het is het meest abstracte stuk op het album, maar het heeft een enorm evocatief effect. De alsmaar toenemende dreiging wordt bijna ondraaglijk.
‘I’m the Moth’ is vrij eenvoudig van opzet en klinkt ingeklemd tussen twee langere stukken bijna ontspannen. Ook hier: bijna, want de manier waarop Burial Grid het melodische motief en de hoofdmelodie met galm omgeeft, doet toch onheil vermoeden. De huiver keert dan ook volop terug in ‘The Abandonments’. Met verschillende opkomende en wegstervende klanken of waaiers van klanken wordt een desolate, angstige sfeer geschapen. Het is alsof voor je ogen zich een vreemd, niet van deze wereld afkomstig tafereel afspeelt waarvan je misschien beter weg kunt vluchten maar waar je gebiologeerd naar blijft kijken. In ‘The Rope Man’, tot slot, is alle hoop verloren. Het is wel een beweeglijk stuk, zij het in een redelijk traag tempo, maar de gemoedstoestand is somber. Er is even een opwelling, een korte climax, maar daarna lijkt de weerstand definitief gebroken.
Op Negative Space slaagt Burial Grid erin om een griezelige sfeer te scheppen zonder in obligate horrorclichés te vervallen. Er is oog voor melodie, voor muzikale schoonheid zo je wilt, maar in dienst van de drie ‘tonen’ die Kozak benoemde: desoriëntatie, angst en somberte. De muziek moet het niet alleen hebben van de constante dreiging. Dreiging is er wel, maar er is zoveel meer: een scala aan melodieën, ritmes en emoties die binnen de context passen. Het is knap werk en het is betoverend mooi.
Heavy Feather Review: interview met B.R. Yeager
Complex Distractions: interview met Adam Michael Kozak
